Fysiologie van de spieren

Fysiologie van de spieren
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Fysiologie van de spieren

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Na deze les kan ik de fysiologie van de spieren beschrijven

Slide 2 - Slide

presentaties

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

SOORTEN SPIERWEEFSEL
  • Glad spierweefsel

  • Dwarsgestreept spierweefsel

  • Hartspierweefsel 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

GLAD SPIERWEEFSEL
  • Onwillekeurig spierweefsel

  • Trekt langzaam en gelijkmatig samen

  • Is het spierweefsel van de organen (behalve het hart)

Slide 7 - Slide

Gladde spieren

Slide 8 - Slide

HARTSPIERWEEFSEL
  • Dwarsgestreept

  • Onwillekeurig

  • Trekt snel en krachtig samen 

Slide 9 - Slide

Hartspieren

Slide 10 - Slide

DWARSGESTREEPT SPIERWEEFSEL
  • Willekeurig spierweefsel

  • Trekt snel en krachtig samen
  • Is het spierweefsel van skeletspieren en mimische spieren 

Slide 11 - Slide

Opbouw spiervezel 

Slide 12 - Slide

Spiervezels
Spiervezel bestaat voornaamelijk uit myofibrillen


Myofibrillen zijn opgebouw uit Actine en myosine

Langs elkaar bewegen (in elkaar schuiven)
van deze twee moleculen maakt spiercontractie mogelijk


Slide 13 - Slide

DWARSGESTREEPT SPIERWEEFSEL
  • Opgebouwd uit spiervezels = myofibrillen
  • Om de vezels zit een bindweefselvliesje

  • Heel veel vezels vormen een spierbundel

  • Om een aantal bundels zit een spierschede/koker = spierfascie

Slide 14 - Slide

Aansturing skeletspieren

Slide 15 - Slide

PEZEN
  • Plaats: aan het einde van een spier
  • Opgebouwd uit vast bindweefsel
Om de pees zit een peesschede/koker met slijmerig vocht

  • Vocht is om de beweging van de spier makkelijker te maken

Slide 16 - Slide

SPIERBUIK
= dikste/breedste deel van een spier

Slide 17 - Slide

1
2
3
4
Exciterend, inhiberend of niets?

Slide 18 - Slide

Samentrekken van spieren
Hoe trekt een spier samen:
  1. Een bewegingszenuwcel geeft impuls door via een motorische eindplaatje
  2. Als reactie schuiven de myosine- en actinefilamenten in elkaar (hierdoor wordt de spier korter)

Energie (ATP) nodig voor de samentrekking: verbranding van glucose

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Spieratrofie
Spieratrofie spieren die weinig gebruikt worden nemen in kracht en omvang af , dit noemt men atrofie van de spieren ( denk aan arm in het gips)

Slide 22 - Slide

Hypertrofie
spiercellen worden groter, bijv. bodybuilders

Slide 23 - Slide

Spierdystrofie
Spierdystrofie is een spierziekte die wordt veroorzaakt door een genetische afwijking, waarbij het spierweefsel geleidelijk wordt afgebroken, wat leidt tot toenemende zwakheid en invaliditeit

Slide 24 - Slide

Agonist en een antagonist 
Een agonist en een antagonist hebben een tegengestelde werking. Een bekend voorbeeld van een agonist en een antagonist zijn buigers en strekkers

Slide 25 - Slide

extra uitleg
https://www.bioplek.org/animaties/spieren_botten/spiersubmicroscopischx.html

Slide 26 - Slide

werken aan e learnings

Slide 27 - Slide

Afsluiting
vragen
doel

Slide 28 - Slide