This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Verwelkom alle leerlingen als ze binnenkomen, en vraag ze hun camera aan te zetten. Kijk bij participants voor de aanwezigheid.
Slide 2 - Slide
Heet de leerlingen welkom en leg uit dat we vandaag aan de slag gaan met literatuuronderzoek.
Vertel dat ze hun mobiel nodig hebben om vragen te beantwoorden.
Slide 3 - Slide
Stel jezelf even voor, en laat de leerlingen zichzelf voorstellen door op hun mobiel te antwoorden.
Wat is je naam en favoriete hobby?
Slide 4 - Open question
Hierbij kan je er een paar uit pakken en voorlezen.
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Slide 6 - Slide
Noem de leerdoelen hardop zodat de leerlingen weten waar de focus ligt vandaag.
Slide 7 - Video
Filmpje van Nemo over wat wetenschap is
Slide 8 - Slide
Ligt de drie verschillende gebieden in de wetenschap toe:
Alpha: bestuderen van producten van menselijk handelen
Bèta: bestuderen van niet-menselijke natuur
Gamma: bestuderen van het menselijk handelen
Je kunt hierbij ook benoemen dat op de UT voornamelijk aan de bètakant onderzoek wordt gedaan.
Slide 9 - Slide
Vraag de leerlingen wat hun idee is van een goede zoekterm.
Slide 10 - Slide
Licht de tips toe.
Wat is je onderzoeksvraag? Welke zoektermen gebruik je?
Slide 11 - Open question
Geef de leerlingen maximaal 7 minuten om hun zoektermen te noteren. Let erop dat ze de tips gebruiken
Geef feedback op de zoektermen. Kijk hier of de termen aansluiten op de onderzoeksvraag. Gebruik hier ongeveer 3 minuten voor, omdat je voor dit onderdeel 10 minuten hebt.
Slide 12 - Slide
Om de zoekresultaten verder toe te spitsen kunnen de leerlingen ook boolean operators gebruiken. Licht dit aan de hand van de afbeelding toe.
Schrijf de vorige zoektermen op met Boolean Operators.
Slide 13 - Open question
Geef de leerlingen maximaal 5 minuten minuten om een aantal zoektermen te combineren doormiddel van boolean operators. Loop ook hier rond om feedback te geven.
Slide 14 - Slide
Er zijn een boel verschillende zoekmachines, maar vandaag lichten we vooral Google Scholar toe.
Noem dat Scopus ook een zoekmachine is die op de Universiteit gebruikt wordt. Voor Scopus moet je echter op de campus zijn om gebruik te kunnen maken van het campus netwerk en profiteren van de abonnementen die de UT heeft op verschillende onderzoeksbladen.
We zullen een voorbeeld geven van hoe je kunt zoeken met Google Scholar.
Slide 15 - Slide
We gaan naar de zoekmachines kijken aan de hand van een voorbeeld. We hebben een onderzoeksvraag en daarbij een aantal zoektermen bedacht. Er zijn uiteraard meer zoektermen te bedenken, maar we focussen nu op deze set.
Slide 16 - Slide
Google Scholar is anders dan ‘gewoon’ Google, omdat deze zoekmachine op wetenschappelijke bronnen zoekt.
Klik op de link en laat zien wat de mogelijkheden zijn.
Slide 17 - Slide
Een voorbeeld van wat je allemaal kan vinden met Google Scholar. Licht het plaatje toe.
Slide 18 - Slide
Split de leerlingen op in max. 6 breakout rooms. Laat de leerlingen een aantal bronnen zoeken waarvan zij denken dat ze geschikt zijn voor hun onderzoek.
Schrijf je gevonden bronnen op.
Slide 19 - Open question
This item has no instructions
Slide 20 - Slide
Veel artikelen hebben ongeveer deze opbouw. Ligt kort toe wat elk onderdeel inhoudt. De blauwgedrukte onderdelen kunnen extra nuttig zijn bij het beoordelen van een bron:
Abstract: Geeft een korte samenvatting, past dit bij waar je naar op zoek bent?
Referenties: Hier kun je bronnen vinden die ook voor jou onderzoek nuttig kunnen zijn. Dit wordt ook wel het sneeuwbalmethode genoemd.
Slide 21 - Slide
Naast het doorlezen van de onderdelen die in de vorige slide zijn benoemd kunnen de leerlingen ook naar bovenstaande punten kijken. Loop deze door.
Slide 22 - Slide
Laat de leerlingen de vraag beantwoorden. Concludeer dat het plegen van plagiaat het zich toe eigenen van geestelijk werk van anderen en het als eigen werk openbaar maken is.
Zoek nieuwe bronnen en vergelijk deze met jouw vorige bronnen. Welke zijn beter?
Slide 23 - Open question
This item has no instructions
Slide 24 - Slide
Laat de leerlingen de vraag beantwoorden in de volgende slide.
Plagiaat
Slide 25 - Mind map
Kijk naar wat de leerlingen hebben opgeschreven en discussieer dat kort met elkaar.
Slide 26 - Slide
Concludeer dat het plegen van plagiaat het zich toe eigenen van geestelijk werk van anderen en het als eigen werk openbaar maken is.
We willen mensen die veel moeite hebben gestoken in een onderzoek credit geven voor hun werk, dat kunnen we voorkomen door te refereren.
Slide 27 - Slide
Leg uit dat er verschillende stijlen zijn om te refereren naar bronnen. Ze moeten met hun begeleider overleggen welke stijl zij graag willen zien. We geven hier twee voorbeelden; APA en IEEE.
Het voordeel van APA is dat je direct kunt zien van wie de bron is en dat je bronnenlijst op alfabetische volgorde is.
Je kunt dus makkelijk midden in de tekst een bron toevoegen zonder dat je veel moet aanpassen.
Dit kan niet met IEEE.
De cijfertjes zijn op volgorde van hoe ze in de tekst verschijnen.
Het is wel minder chaotisch als ze meerdere bronnen op 1 plek in de tekst willen toevoegen.
Slide 28 - Slide
Licht toe dat het niet uitmaakt welke manier van refereren de leerlingen gebruiken, het is heel belangrijk om bij te houden welke bronnen je hebt gebruikt voor welk deel van je onderzoek. Het kan hierbij helpen om de automatische generator van Word te gebruiken. Deze kan een referentie in de tekst toevoegen en automatisch een mooie literatuurlijst genereren.
Slide 29 - Slide
Leg uit dat de leerlingen verder mogen met bronnen zoeken en beoordelen en dat als ze nog vragen hebben ze deze nog moeten stellen.
Splits de leerlingen op in max. 6 breakout rooms, en ga dan alle breakout rooms bij langs om te kijken of ze vragen hebben.
Slide 30 - Slide
Ga de groepjes een voor een klassikaal langs en vraag naar hun bevindingen.
Welk vak hoort onder Gamma?
A
Biologie
B
Psychologie
C
Geschiedenis
D
Taalkunde
Slide 31 - Quiz
This item has no instructions
Welke boolean geeft thee EN chocolade weer?
A
And
B
Not
C
Or
D
geen van allen
Slide 32 - Quiz
This item has no instructions
Wat is een goede zoekmachine?
A
Google
B
Firefox
C
Scopus
D
Geen van allen
Slide 33 - Quiz
This item has no instructions
Waar eindigt een bron mee?
A
Referenties
B
Abstract
C
Resultaten
D
Discussie
Slide 34 - Quiz
This item has no instructions
Wat is plagiaat?
A
Het gebruiken van een bron zonder referentie
B
Het verkeerd refereren naar een bron
C
Geen van beide
D
Allebei
Slide 35 - Quiz
This item has no instructions
Slide 36 - Slide
Vraag hoe de leerlingen het vonden, en of ze nog vragen hebben.