Tut 14-01-2022

Tutorium Sprachkurs Niederländisch 


In de startblokken - hoofdstuk 7 & 8
14 januari 2022
Merlin Thörmann
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NT2WOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Tutorium Sprachkurs Niederländisch 


In de startblokken - hoofdstuk 7 & 8
14 januari 2022
Merlin Thörmann

Slide 1 - Slide

Vandaag
  1. Introductie: De spin Sebastiaan  
  2. Voorkennis activeren: woordenschat 
  3. Dialoog (H8)
  4. Grammatica uitleg en oefeningen 
  5. Spreken!  
  6. (evtl.) Lied ESC - S10

Slide 2 - Slide

De spin Sebastiaan
(Annie M. G. Schmidt)

Slide 3 - Slide

groente en fruit

Slide 4 - Mind map

Groente
Fruit
de pruim
de druif
de sinaasappel
de peer
de sla
de ui
de wortel
de knoflook
de kool
de aardappel

Slide 5 - Drag question

kleuren

Slide 6 - Mind map

Darf es sonst noch etwas sein?

Slide 7 - Open question

macht nichts

Slide 8 - Open question

schönes Wochenende

Slide 9 - Open question

wohin

Slide 10 - Open question

Tagesgericht
A
de dagschotel
B
het daggerecht
C
de dagmaaltijd
D
het hoofdgerecht

Slide 11 - Quiz

probieren

Slide 12 - Open question

ohne

Slide 13 - Open question

bisschen

Slide 14 - Open question

der Tisch

Slide 15 - Open question

mit Karte zahlen

Slide 16 - Open question

essen gehen

Slide 17 - Open question

Frage jemanden, wie sie/er die Suppe findet.

Slide 18 - Open question

Frage jemanden, ob sie/er den Kaffee lecker findet.

Slide 19 - Open question

Hoe goed ken je al de woorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Dialoog lezen: Bij de makelaar 
blz. 95

Slide 21 - Slide

Grammatica
  1. Comparatief en superlatief
  2. Demonstratief pronomen

Slide 22 - Slide

De gewone trappen van vergelijking
duur - duurder - het duurst
oud - ouder - het oudst

De onregelmatige trappen van vergelijking
goed - beter - best
graag - liever - liefst
veel - meer - meest 
weinig - minder - minst

Slide 23 - Slide

comparatief

liever
kwader

beter
minder
superlatief

het liefst
het kwaadst

het best
het minst
basisvorm

lief
kwaad

goed
weinig

Slide 24 - Slide


De superlatief van kort is
A
kort
B
korter
C
kortst

Slide 25 - Quiz


De comparatief van lang is
A
lang
B
langer
C
langst

Slide 26 - Quiz


De comparatief van goed is
A
goed
B
goeder
C
beter
D
best

Slide 27 - Quiz


De superlatief van weinig is
A
weinig
B
weiniger
C
weinigen
D
minst

Slide 28 - Quiz

Was ist die Regel? Wann benutzt man deze, die, dit oder dat?

Slide 29 - Open question

Ik neem _________ bril. _________ andere bril staat me niet.
deze
die
dit
dat

Slide 30 - Drag question

Wie is _________ docent, daar in de kantine? 
deze
die
dit
dat

Slide 31 - Drag question

Kan ik _________ rok ruilen? Nee, _________ rok kunt u niet ruilen.
deze
die
dit
dat

Slide 32 - Drag question

 Het spijt me, maar _________ T-shirt hebben we niet in maat 34.
deze
die
dit
dat

Slide 33 - Drag question

Kijk, _________ boek vind ik leuker.
deze
die
dit
dat

Slide 34 - Drag question

Wat eet je daar? Hoe heten _________ vruchten?
deze
die
dit
dat

Slide 35 - Drag question

Spreken !!!

Slide 36 - Slide

Vertel iets over je woonsituatie (H8)
timer
3:00

Slide 37 - Slide

In tweetallen: Voer een gesprek in een kledingwinkel (H7)
timer
10:00

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link

Slide 40 - Video

Was möchtest du nächstes Mal machen?

Slide 41 - Open question

Tot de volgende keer! 

Slide 42 - Slide