2H - Chapitre 5 - C

Aujourd'hui
Vocabulaire B
Bron C phrases-clés




Les buts: 
- je kunt vertellen dat je ziek bent en waar je last van hebt
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Aujourd'hui
Vocabulaire B
Bron C phrases-clés




Les buts: 
- je kunt vertellen dat je ziek bent en waar je last van hebt

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Parler
phrases-clés.
Les questions:

Ça va?
Qu'est-ce que tu as?
Tu vas voir le docteur?

Slide 3 - Slide

Phrases-clés.
Les réponses:
Tu vas voir le docteur?
Oui, j'ai rendez-vous...
Non, je reste au lit.



Slide 4 - Slide

phrases-clés.
Les réponses:

Ça va?
Non,  je pense que je suis malade.
Non je ne suis pas en forme.

Slide 5 - Slide

phrases-clés.

Tu fais (je maakt):
ex. 13b, 14 en 15.
Klaar? 
je leert de zinnen van bron C.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

La négation

Slide 8 - Slide

Ontkenning (herhaling)
In het Nederlands: niet / geen

Slide 9 - Slide

Ontkenning (herhaling)
In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:
ne / n' & pas

Slide 10 - Slide

Ontkenning (herhaling)
In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:
ne / n' & pas

Ne staat vóór de persoonsvorm & pas komt erachter 
Je ne regarde pas la télé

Let op: ne verandert in n' voor een klinker / h

Slide 11 - Slide

Andere ontkenningen
ne ... plus                   = niet meer
ne ... jamais              = nooit
ne ... rien                    = niets 
ne ... pas encore     = nog niet

Deze gaan op precies dezelfde manier als ne ... pas

Slide 12 - Slide

Ontkenning (herhaling)
C'est wordt ce n'est pas
il y a wordt il n'y a pas

Slide 13 - Slide