What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling Pasen
Herhalingsquiz Pasen
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Latijn
Secundair onderwijs
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhalingsquiz Pasen
Slide 1 - Slide
Vocabularium
Slide 2 - Slide
Verbind de tegengestelden
sumere
barbarus
egredi
inire
nasci
proficisci
progredi
sub
dare
exire
humanus
ingredi
mori
stare
super
pervenire
Slide 3 - Drag question
Maak Nederlandse woorden met de stamtijden van volgende werkwoorden.
Slide 4 - Slide
progredi
Slide 5 - Mind map
exponere
Slide 6 - Mind map
mutare
Slide 7 - Mind map
Van welke woorden zijn letters gehusseld?
Slide 8 - Slide
rudop
p - - o -
Slide 9 - Open question
tirsuv
- i - - u -
Slide 10 - Open question
doehi
h - - i -
Slide 11 - Open question
Van welk werkwoord komen deze stamtijden?
Slide 12 - Slide
haesum
Slide 13 - Open question
casum
Slide 14 - Open question
posui
Slide 15 - Open question
Grammatica
Slide 16 - Slide
Sorteer!
Actief indicatief imperfectum
Passief indicatief perfectum
Actief indicatief fut simplex
act of dep imperatief
movebam
eratis
clausa sunt
acceptum est
loquere
erimus
cogite
volam
Slide 17 - Drag question
Welk werkwoord is deponent?
A
visebamini
B
natus est
C
factus sum
D
cantatur
Slide 18 - Quiz
Welk werkwoord is deponent?
A
mutantur
B
miraberis
C
ablatum erit
D
bibitur
Slide 19 - Quiz
Determineer:
morieris
Slide 20 - Open question
Determineer:
conabaris
Slide 21 - Open question
Determineer:
secuti estis
Slide 22 - Open question
Kies het vragend voornaamwoord dat bij het substantief past
Slide 23 - Slide
urbe
A
in quo
B
in qua
Slide 24 - Quiz
lumen
A
quid
B
quod
Slide 25 - Quiz
nomina
A
qua
B
quae
Slide 26 - Quiz
Zijn volgende stellingen juist of fout?
Slide 27 - Slide
Een participium dat vlak naast zijn kern staat vertaal je
A
als een adjectief
B
met een bijzin
Slide 28 - Quiz
Welk soort participium is dit? +
Vertaal je volgende zinnen met een adjectief of een bijzin?
Slide 29 - Slide
Cornelia Valerium amicum exspectans capillos ornavit
A
A. part. pr. -> adjectief
B
P. part. pf. -> adjectief
C
A. part. pr. -> bijzin
D
P. part. pf. -> bijzin
Slide 30 - Quiz
Subito servus advenit et epistulam a Valerio scriptam Cornelia dedit.
A
A. part. pr. -> adjectief
B
P. part. pf. -> adjectief
C
A. part. pr. -> bijzin
D
P. part. pf. -> bijzin
Slide 31 - Quiz
Cornelia epistulam legens lacrimas effudit.
A
A. part. pr. -> adjectief
B
P. part. pf. -> adjectief
C
A. part. pr. -> bijzin
D
P. part. pf. -> bijzin
Slide 32 - Quiz
Welke verschillende vormen kan een BVB aannemen?
Slide 33 - Open question
Vragen?
Slide 34 - Open question
More lessons like this
Herhaling 2LA Pasen
February 2022
- Lesson with
39 slides
Latijn
Secundair onderwijs
Herhaling 2LA Pasen
July 2022
- Lesson with
47 slides
Latijn
Secundair onderwijs
Herhalingsquiz 4LA
March 2021
- Lesson with
49 slides
Latijn
Secundair onderwijs
Klaar voor het derde jaar?
October 2022
- Lesson with
32 slides
Latijn
Secundair onderwijs
Opfrissen praesens en imperfectum
October 2024
- Lesson with
22 slides
Latijn
Secundair onderwijs
Indicatief imperfectum
June 2022
- Lesson with
10 slides
Latijn
Secundair onderwijs
4.3 De deponente werkwoorden
January 2024
- Lesson with
24 slides
Latijn
Secundair onderwijs
indicatief
January 2024
- Lesson with
16 slides
Latijn
Secundair onderwijs