3. Welke betekenis heeft werk? (3.1 elke kansen biedt de arbeidsmarkt)
Economische dimensie
Welke betekenis heeft werk? en welke kansen biedt de arbeidsmarkt
vast, flexibel of zelfstandig
wat houd ik netto over?
waarom werken mensen?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1
This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Economische dimensie
Welke betekenis heeft werk? en welke kansen biedt de arbeidsmarkt
vast, flexibel of zelfstandig
wat houd ik netto over?
waarom werken mensen?
Slide 1 - Slide
Welke betekenis heeft werk?
Slide 2 - Mind map
Welke betekenis heeft werk?
Financieel
Sociaal
Praktisch
Lichamelijke uitdaging
Jezelf ontwikkelen
Nuttig
Slide 3 - Slide
opdracht blz. 79
Slide 4 - Slide
3.1 Welke kansen biedt de arbeidsmarkt?
3.2 Vast, flexibel of zelfstandig?
3.3 Wat houd ik netto over?
3.4 Waarom werken mensen
Waar gaan we het de aankomende periode over hebben?
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
De arbeidsmarkt?
Slide 7 - Slide
opdracht 1
Hoe ziet mijn toekomstige baan er uit?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Kans-, krapte-, overstap beroepen
Kansberoepen: Beroepen waar de kans op werk gemiddeld of hoog is.
Krapteberoepen: Beroepen waar een tekort in is en de kans op werk dus nog groter dan bij kansberoepen. Bijvoorbeeld: grondwerker, elektricien, verpleegkundige, restaurantkok, hovenier en programmeur.
Overstapberoepen: Beroepen waar de kans op werk klein is maar die wel een kans bieden om een ander soort beroep uit te oefenen. Denk aan een restaurantmanager die de overstap maakt naar restaurantkok.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Economische dimensie
Welke betekenis heeft werk?
Slide 12 - Slide
Advocaat
A
financieel
B
nuttig
C
sociaal
D
jezelf ontwikkelen
Slide 13 - Quiz
Advocaat
A
financieel
B
nuttig
C
sociaal
D
jezelf ontwikkelen
Slide 14 - Quiz
Vuilnisman
A
financieel
B
nuttig
C
sociaal
D
jezelf ontwikkelen
Slide 15 - Quiz
Werkzoekenden omscholen naar krapteberoepen
40% van de werkgevers heeft moeite om vacatures te vervullen.
UWV en Randstad gaan nu samenwerken om werkzoekenden
met behoud van uitkering en baangarantie op te leiden naar
kansrijke functies.
In steeds meer sectoren is het vinden van goed opgeleid personeel een uitdaging. Vier op de tien werkgevers heeft moeite om vacatures te vervullen. Dat is een stijging met vorig jaar, toen nog een derde van de vacatures lastig in te vullen was.
De roep om vakmensen als metselaars, verpleegkundigen, leerkrachten en ict’ers is groot. Bij vacatures die moeilijk vervulbaar zijn, worden vaak specifieke functie-eisen gevraagd. Een vakdiploma of certificaat bijvoorbeeld, of relevante werkervaring en specifieke vakkennis. Scholing of omscholing zorgt voor de juiste kwalificaties waarmee de match wel gemaakt kan worden.
Slide 16 - Slide
Voor zorgmedewerkers met een middelbare opleiding is er een redelijk goede kans op werk
A
Kansberoep
B
Krapteberoep
C
Overstapberoep
Slide 17 - Quiz
In het onderwijs, horeca en zorg hebben werkgevers moeite om geschikt personeel te vinden. Zo is er tekort in de beroepen kraamverzorgende, gastheer-/vrouw horeca en medewerker varkenshouderij. Deze die beroepen zijn....
A
Kansberoep
B
Krapteberoep
C
Overstapberoep
Slide 18 - Quiz
Oudere verkoopmedewerkers van een warenhuis hebben een grotere kans op werk als verkoper van elektronica of als verkoopadviseur in een bouwmarkt. Een oudere verkoopmedewerker in een warenhuis heeft dus een....
A
Kansberoep
B
Krapteberoep
C
Overstapberoep
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Video
Opdracht 3: Welke kansen zijn er in mijn sector?
Ga naar kiesmbo.nl. Ga naar 'zoeken' en vul het beroep in wat je uiteindelijk wilt gaan doen. scrol naar beneden en bekijk het kaarten (klik op kans op werk)
Hoeveel kans op werk is er voor jou?
Hoeveel kans op een stage in er voor jou?
In welke regio maak de de meeste kans op werk in dit beroep?
Is dit dus een kansberoep/krapteberoep/overstapberoep?
Wat zou je kunnen doen om een grotere kans te hebben in je sector?
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Vraag 5 Kritisch denken
Welke feedback werkt goed
De wet van 3 op 1: Als je één keer kritiek geeft, zorg dan dat je ook 3 keer een positieve waardering geeft
Slide 23 - Slide
Maak nu opdracht 1, 2,3,4+6 H.3.1 in je boek .
timer
10:00
Slide 24 - Slide
Huiswerk - Opdracht:
Ga in groepjes van 4 personen de stad in. Interview en vraag winkeliers hoe het zit met hun vraag naar arbeid.
Maak hiervan een kort verslag en/of film.
Deze uitkomsten presenteer je aan het begin van de volgende les.
(de manier waarop bepaal je zelf, zolang het maar visueel is - we moeten iets zien!!)
Slide 25 - Slide
Wat moet de presentatie opleveren?
visueel d.m.v. film, powerpoint, prezi of een ander middel
beantwoording van de vragen zoals jullie die van tevoren opgesteld hebben
wie heb je geinterviewd en wat is zijn/haar functie?