3.2 Vast, flexibel of zelfstandig?

Hoofdstuk 3
Welke betekenis heeft werk?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
Welke betekenis heeft werk?

Slide 1 - Slide

Economische dimensie
Hoofdstuk 3: Welke betekenis heeft werk?  
H3.1  Welke kansen biedt de arbeidsmarkt?
H3.2 Vast, flexibel of zelfstandig?
H3.3 Wat houd ik netto over?
H3.4 Waarom werken mensen?

Slide 2 - Slide

Herhaling 3.1
- arbeidsmarkt
- welke kansen biedt de arbeidsmarkt? Kansberoepen, krapteberoepen en overstapberoepen.
- feedback

Slide 3 - Slide

Hoe vergroot je je kans op werk?

Slide 4 - Open question

Vast, flexibel of zelfstandig? 
Geef een voorbeeld!

Welk dienstverband heb jij (ooit gehad)?

Wat zijn de kenmerken van jouw dienstverband?
blz. 87

Slide 5 - Slide

Vast, flex of zelfstandig?

Slide 6 - Slide

Wat zijn de voordelen van een vast dienstverband?

Slide 7 - Mind map

Wat zijn de voordelen van ZZP?

Slide 8 - Mind map

Ik ben in dienst en ontvang iedere maand hetzelfde salaris. Mijn dienstverband is:
A
Vast
B
Tijdelijk
C
Zelfstandig
D
ZZP

Slide 9 - Quiz

Ik heb een arbeidsovereenkomst voor 1 jaar, ik word per uur betaald en ik mag in principe niet tussendoor stoppen. Mijn dienstverband is:
A
Vast
B
Tijdelijk
C
Zelfstandig
D
ZZP

Slide 10 - Quiz

Ik heb geen arbeidsovereenkomst, ik bepaal zelf hoeveel uur ik werk, ik moet steeds nieuwe opdrachten vinden. Mijn dienstverband is:
A
Vast
B
Tijdelijk
C
Zelfstandig
D
ZZP

Slide 11 - Quiz

Rechten en regelingen
Wat als ik ‘zomaar’ 500 euro minder ga verdienen? Of wat als ik ‘zomaar’ ontslagen wordt?

  • CAO!
  • Vakbonden
  • Staken

Slide 12 - Slide

Wat is een CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst

Slide 13 - Quiz

Wat heb je aan de CAO?
A
Heb er helemaal niets aan
B
Zonder cao heb je alleen de minimale bescherming van de wet
C
Wanneer een arbeidsovereenkomst iets bepaalt wat de cao niet toelaat, gaat de cao voor.
D
Een arbeidsovereenkomst geldt alleen voor jou. Een cao geldt voor een hele sector of bedrijf.

Slide 14 - Quiz

Aan de slag!
Hoofdstuk 3.2: Vast, tijdelijk of zelfstandig?
Maak opdracht 1, 2, 3, 4 en 6  

Slide 15 - Slide

Er samen uitkomen door duidelijke feedback

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Maak opdracht 5 op blz 92

Slide 18 - Slide

Kans-, krapte-, overstap beroepen
  • Kansberoepen: Beroepen waar de kans op werk gemiddeld of hoog is.
  • Krapteberoepen: Beroepen waar een tekort in is en de kans op werk dus nog groter dan bij kansberoepen.
    Bijvoorbeeld: grondwerker, leraar, elektricien, verpleegkundige, restaurantkok, hovenier en programmeur.
  • Overstapberoepen: Beroepen waar de kans op werk klein is maar die wel een kans bieden om een ander soort beroep uit te oefenen. Denk aan een restaurantmanager die de overstap maakt naar restaurantkok.

Slide 19 - Slide