KA T5 oefenen (zelfstandige versie)

KA T5 examenvragen oefenen
Kenmerkende aspecten Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers




1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

KA T5 examenvragen oefenen
Kenmerkende aspecten Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers




Slide 1 - Slide

Kenmerkende aspecten Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
  • Het begin van de Europese overzeese expansie. Hierbij gaat het om oorzaken en gevolgen: kolonisatie, imperialisme en de vergroting van het wereldbeeld.
  • Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling. Hierbij wordt gedacht aan Italië vanaf het begin midden van de veertiende eeuw. Bijgeloof en godsdienstige verklaringen van natuurlijke verschijnselen begonnen plaats te maken voor wetenschappelijke verklaringen.
  • De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid. Het teruggrijpen op de bouwkunst, beeldende kunst en de wetenschap uit de oudheid. Hieruit ontstaat onder andere het humanisme.
  • De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
  • Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.




Slide 2 - Slide

Gebruik de bron.
(4p) Geef aan op welke twee verschillende manieren de katholieke kerk met dit decreet de protestantse reformatie wil tegengaan, waarbij je telkens je antwoord ondersteunt met een andere verwijzing naar de bron.  

Slide 3 - Slide


Gebruik de bron.
(4p) Geef aan op welke twee verschillende manieren de katholieke kerk met dit decreet de protestantse reformatie wil tegengaan, waarbij je telkens je antwoord ondersteunt met een andere verwijzing naar de bron.  

Slide 4 - Open question

Gebruik de bron.
(4p) Geef aan op welke twee verschillende manieren de katholieke kerk met dit decreet de protestantse reformatie wil tegengaan, waarbij je telkens je antwoord ondersteunt met een andere verwijzing naar de bron.  

Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Met dit decreet wil de kerk mensen afschrikken om kritiek te hebben / kritiek ontzenuwen / gelovigen binnen de kerk houden (1)
• door (een van de volgende): (1)
 gelovigen die het recht van de kerk op aflaten openlijk in twijfel trekken in de ban te doen.
 te benadrukken dat aflaten door God/Synodes/Concilies zijn aangewezen als een middel dat de kerk mag inzetten. 
• Met dit decreet wil de kerk misstanden binnen de kerk aanpakken / de reden voor kritiek wegnemen (1)
• door (een van de volgende): (1)
 op te roepen misbruiken rondom de aflaten te corrigeren.
 vast te leggen dat geldelijk gewin moet worden vermeden. 

Opmerkingen
 Alleen als het antwoord een juist voorbeeld bevat van een wijze waarop de kerk de reformatie wil tegengaan, wordt telkens 1 scorepunt toegekend aan een daarbij passende verwijzing naar de bron.
 Als bij de deelvragen dezelfde verwijzing naar de bron wordt gebruikt,wordt alleen aan de eerste juiste vermelding 1 scorepunt toegekend.

Slide 5 - Slide

Gebruik de bron.
(2p) De stad Antwerpen neemt vanaf 1585 een belangrijke plaats in als onderwerp van propaganda tijdens de periode van de Opstand.

Geef aan welke propagandaboodschap over Antwerpen hier wordt afgebeeld, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron. 

Slide 6 - Slide

Gebruik de bron.
(2p) De stad Antwerpen neemt vanaf 1585 een belangrijke plaats in als onderwerp van propaganda tijdens de periode van de Opstand.
Geef aan welke propagandaboodschap over Antwerpen hier wordt afgebeeld, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron.

Slide 7 - Open question

Gebruik de bron.
(2p) De stad Antwerpen neemt vanaf 1585 een belangrijke plaats in als onderwerp van propaganda tijdens de periode van de Opstand.

Geef aan welke propagandaboodschap over Antwerpen hier wordt afgebeeld, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron. 

Voorbeeld van een juist antwoord is:
• De boodschap is dat het overgaan van de stad in Spaanse handen de eendracht herstelt in / voordelig is voor (de economie van) Antwerpen (1) 
• wat wordt afgebeeld door (een van de volgende):
 Philips II en de Spaanse landvoogd die met lauwerkransen gehuldigd worden als helden.
 het gezamenlijk wegvluchten van de slechte eigenschappen voor het Spaanse bestuur / het afschrikken van de slechte eigenschappen door het Spaanse bestuur.
 de handelsschepen die richting Antwerpen varen (zodat de handel na de verovering bloeit). (1)

Opmerking: Alleen als de propagandaboodschap juist wordt weergegeven, wordt 1 scorepunt toegekend aan een passende verwijzing naar de bron. 

Slide 8 - Slide

Gebruik de bron.
(3p)Je concludeert dat er in de specerijenhandel in de zestiende eeuw sprake is van continuïteit en van verandering.
 Licht dit toe door:
 een voorbeeld van continuïteit en een voorbeeld van verandering in de  specerijenhandel te noemen en
  een kenmerkend aspect van de zestiende eeuw te geven dat past bij deze verandering.

Slide 9 - Slide


(3p)Je concludeert dat er in de specerijenhandel in de zestiende eeuw sprake is van continuïteit en van verandering.
 Licht dit toe door:
 een voorbeeld van continuïteit en een voorbeeld van verandering in de  specerijenhandel te noemen en
  een kenmerkend aspect van de zestiende eeuw te geven dat past bij deze verandering.

Slide 10 - Open question

Gebruik de bron.
(3p)Je concludeert dat er in de specerijenhandel in de zestiende eeuw sprake is van continuïteit en van verandering.
 Licht dit toe door:
 een voorbeeld van continuïteit en een voorbeeld van verandering in de  specerijenhandel te noemen en
  een kenmerkend aspect van de zestiende eeuw te geven dat past bij deze verandering.
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Er is sprake van continuïteit omdat de Indiërs de leveranciers van specerijen blijven / de aanvoer van specerijen naar Europa blijft bestaan / de Arabieren betrokken blijven bij de specerijenhandel
 • Er is sprake van verandering omdat de Portugezen voor de specerijenhandel zelf naar Azië reizen / de specerijenhandel niet volledig in handen blijft van de Arabieren
 • wat past bij 'het begin van de Europese overzeese expansie' omdat hier sprake is van het uitbreiden van de invloed van handelaren buiten Europa.

Slide 11 - Slide