Basis 2.2 Dichtheid

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 2 Stoffen

Paragraaf 2 Dichtheid

Lesplan

1. Herhaling Vorige paragraaf met quiz
2. Uitleg nieuwe stof
3. Toepassen nieuwe stof

Ik ga een kopje thee zetten. Wat is het oplosmiddel?

Wat is het kookpunt, en wat is het smeltpunt van deze stof?

Water wordt vaak als oplosmiddel gebruikt. Schrijf 2 stoffen op die je in water kunt oplossen.

Welke stoffen geleiden de elektriciteit?

1. koper, goud, steen
2. Rubber, ijzer, koper
3. goud, zilver, brons
4. koper, ijzer, perspex

Het smeltpunt en het stolpunt van een stof zijn gelijk

1. Waar
2. Niet waar

Hoe heet de faseovergang van gasfase naar de vloeibare fase?

1. stollen
2. rijpen
3. condenseren
4. sublimeren

Leerdoelen vandaag

1. Je kunt het Volume van een rechthoekig voorwerp berekenen
2. Je kunt met behulp van de onderdompelmethode het volume van een onregelmatig voorwerp bepalen

Volume van een rechthoekig voorwerp

Volume = lengte*breedte*hoogte

Dit staat in je Binas!

Met daarbij:

• Volume in kubieke centimeter
• Lengte in centimeter
• breedte in centimeter
• hoogte in centimeter

Hierbij verwijzen naar de KUBIEKE die staat voor cm*cm*cm

Volume

Volume is hetzelfde als de inhoud van een voorwerp.

Volume = inhoud

Wat is het Volume van de balk?

Bepaal het volume van de kubus.

Bepaal het volume van de balk.

In de figuur zie je het doosje van een lamp. Bereken het volume van het doosje.
volume = ………………...cm3

Maak nu

Opdracht 1 op pagina 87 en 88

Volume

Volume kun je ook bepalen met de onderdompelmethode

De onderdompelmethode is voor ongelijke voorwerpen heel handig.

Onderdompelmethode

Je kijkt hoeveel het water gestegen is.

1 cm³ = 1 mL

De onderdompelmethode is voor ongelijke voorwerpen heel handig.

Onderdompelmethode

1. Vul een maatcilinder voor ongeveer de helft met water
2. Lees de stand van het water af (beginstand)
3. Laat het voorwerp in het water zakken
4. Lees opnieuw de stand van het water af (eindstand)
5. Reken uit hoeveel het water gestegen is (eindstand-beginstand)
6. Antwoord is het volume van het voorwerp

Van een steen wordt het volume bepaald. Er wordt gebruik gemaakt van de onderdompelmethode. Waarom?

1. dat gaat sneller
2. dat is nauwkeuriger
3. de steen is onregelmatig van vorm
4. De onderzoeker vind dit de fijnste methode

Wat is het volume van deze steen?

1. 24 mL
2. 9 kubieke centimeter
3. 9 liter
4. 9 cm

Rob bepaalt het volume van een schaakstuk met de onderdompelmethode
(zie afbeelding) Wat is het volume van dit schaakstuk?

1. 5,1 cm3
2. 6 cm3
3. 10 cm3
4. 16 cm3

Leerdoelen vandaag

1. Je kunt het Volume van een rechthoekig voorwerp berekenen
2. Je kunt met behulp van de onderdompelmethode het volume van een onregelmatig voorwerp bepalen

Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt.

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Heb je nog tips of tops voor mij? Schrijf ze maar op.