Week 1 Intro MYP-2

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Agenda 

1. Kort kennismaken docent & jullie 
(ca 15 min)
2. Hoe gaan we werken? (ca 15 min) 
3. Start met een lees- en schrijfoefening  (ca 30 min)
4. Start werk aan Numo (ca 10 min)


Slide 2 - Slide

Welkom terug!

Slide 3 - Slide

     Mevrouw Willemse (WSE)
Docent Nederlands
       (ook psychologie gestudeerd)
Getrouwd, drie kinderen.
Houdt van: lezen, 
zwemmen, koken, 
eten.  


Slide 4 - Slide

Deze vakantie o.a. gelezen 

Slide 5 - Slide

Oefening 
Schrijf op: 
1. het leukste van de afgelopen vakantie (gele post-it)
2. het stomste van afgelopen vakantie -  (roze post-it)
Zet je naam er niet bij!
Let op: schrijf alleen dingen op waarvan je het goed vindt dat je klasgenoten dat weten

Slide 6 - Slide

Oefening terugkomen
Te bedenken

Slide 7 - Slide

Nieuwe lesopzet 
1. Lezen (leesboek later te kiezen, altijd bij je) 
2. Uitleg / oefenen van een taalregel (grammatica/taalverzorging)
3. Onderwerp met activiteit (lezen, luisteren, schrijven, uitwerken, presenteren etc. passend bij de unit)
4. Numo (als tijd overblijft)

Slide 8 - Slide

Ja ook weer Numo...

Elke week werken.
4,5 uur aan einde van deze periode.
Aan een leerplan. 




Slide 9 - Slide

Wat heb je vorig jaar geleerd bij L&L Ned?

Slide 10 - Mind map

MYP2 Language & Literature Nederlands
Gaat over twee dingen: 

1. je leert over taal & literatuur in het algemeen (fictie, stijl, structuur etc. )
2. je leert je Nederlands te verbeteren op het gebied van lezen, schrijven, spreken en luisteren. 

Slide 11 - Slide

Wat gaan we doen? 
1. 2 * 1 les, van mevrouw Lingbeek en van mevrouw Willemse.

2. Elke week Numo: dat moet je vooral thuis doen (huiswerk).

3. Elke periode lees je een leesboek. Dat hoort bij de unit. 

Slide 12 - Slide

Module 1 - MYP2 
Statement of inquiry 

When beauty is created with style, purpose, and structure the reflection of reality may be enhanced.

Slide 13 - Slide

Leerdoelen unit 1


Leren, inzien en herkennen dat er schoonheid gevonden kan worden in de realiteit doordat een schrijver een bepaalde invalshoek (doel), stijl of structuur toepast. 
  

Slide 14 - Slide

Begrippen uit deze les
Key Concept = 
schoonheid/ beauty

Related Concepts = 
doel 
structuur 
stijl
Global Concept = Persoonlijke en culturele expressie

Slide 15 - Slide

Welke kenmerken zijn dit keer nodig?
Knowledgeable
Risk Takers
Principled
Communicators
Balanced
Thinkers
Open minded
Inquirers
Reflective
Caring

Slide 16 - Poll

Leerdoelen Ned
Je leert over stijl- en structuurkenmerken in literaire fictie en hoe een schrijver de werkelijkheid manipuleert. 

Je zoekt bronnen over de werkelijke gebeurtenis waarop een verhaal is gebaseerd. 

Je weegt de bronnen en vergelijkt deze met een fictief werk.  

Je gebruikt correcte spelling en leestekens.

Je leert fictieteksten van non-fictieteksten te onderscheiden


Slide 17 - Slide

Waar denk je aan als ik zeg 'schoonheid'?

Slide 18 - Mind map

Wat doen? 

1. Leren waar je op kunt letten: stijl en structuur (hele periode).  
2. Oefenen met een fictie werk dat gebaseerd is op een echt verhaal (eerste 2/3 weken). 
3. Zelf een boek lezen (kiezen uit een lijst) 
4. Onderzoeken ware  gebeurtenis en  onderscheiden wat fictie/non-fictieteksten
5. Reflecteren en op de relatie tussen realiteit en fictie. 
5. Een beoordelend verslag hiervan maken. In stapjes in de les hieraan werken. 

Slide 19 - Slide

In Toddle (straks): 


You will have to read a book based on a true story, have research on what real-life event the story was based, and you will have analysed the story with regards to style, structure and purpose. 

Slide 20 - Slide

Wat is fictie en non-fictie eigenlijk?
fictie:
  • verzonnen gebeurtenissen, personages in boeken of films
  • doel: lezer vermaken, ontroeren, aan het denken zetten
  • een verhaal...soms wel echt gebeurd, maar mooier gemaakt
non-fictie:
  • teksten die niet zijn verzonnen, zoals teksten uit kranten, tijdschriften
  • doel: lezer informeren of iets leren

Slide 21 - Slide

Fictie
Zijn verzonnen gebeurtenissen, personages in boeken of films

Doel: lezer vermaken, ontroeren, aan het denken zetten

Zo herken je fictie: 
het is een verhaal, gedicht, lied etc. Misschien echt gebeurd, misschien niet, maar mooier gemaakt. 

Slide 22 - Slide

Non-fictie
Non-fictie is gebaseerd op feiten. 
Het doel van non-fictie is informeren.

Zo herken je non-fictie: 
Het gaat niet om de beleving.
Het gaat om de informatie/feiten.

Slide 23 - Slide

Lezen

Slide 24 - Slide

Wat of welke onderdelen in dit verhaal kunnen echt gebeurd zijn?

Slide 25 - Open question

Wat doet de schrijver om deze gebeurtenis mooier te maken?

Slide 26 - Open question

Numo 
Waar gebleven? 

Slide 27 - Slide