This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
8.3 politiek- maatschappelijke stromingen
Slide 1 - Slide
De ISMEN
De idealen van de Verlichting worden opgedeeld in politieke stromingen:
- Vrijheid: Liberalisme
- Gelijkheid: Socialisme
- Broederschap: Nationalisme
en religieus: confessionalisme
Slide 2 - Slide
Liberalen
Nachtwakersstaat: overheid zorgt alleen voor orde en veiligheid
Economie helemaal vrij laten
Sociale wetten kosten teveel geld
Rechts in de politiek
Slide 3 - Slide
Socialisten
Overheid moet er alles aan doen om arbeiders te beschermen
Betere arbeidersomstandigheden (o.a. meer loon)
Om dit te bereiken: strijd voor algemeen kiesrecht (ook met stakingen en demonstraties)
Links in de politiek
Slide 4 - Slide
Karl Marx (bedenker socialisme)
Arbeiders worden uitgebuit door de fabrieks eigenaren.
Karl Marx zegt: "alles is van iedereen"
Dan is niemand meer machtiger.
Voor gelijkheid is revolutie nodig (volgens Marx)
Slide 5 - Slide
Confessionelen
Confessie=geloof (Protestant/Rooms-katholiek)
Ongelijkheid omdat God het zo wil
Goede christenen helpen elkaar
Werkgevers en werknemers moeten er samen uitkomen
midden van politiek
Slide 6 - Slide
Feminisme
Vrouwen die opkomen voor de (gelijke) rechten van de vrouw
Zoals kiesrecht en het worden toegelaten op universiteiten
Slide 7 - Slide
Vereeniging voor
Vrouwenkiesrecht (VVVK)
Wilhelmina Drucker Aletta Jacobs
Slide 8 - Slide
Tegenstanders
'Onfatsoenlijk'
'De rol van de vrouw is binnenshuis'
'De vrouw is een moeder'
'Politiek is geen plek voor vrouwen'
Slide 9 - Slide
Langzaam verbetering
Eerste sociale wetten vanaf 1874: Kinderwetje van Van Houten
Leerplichtwet (1900), Woningwet (1901)
1917: Algemeen Kiesrecht voor mannen
1919: Algemeen kiesrecht voor vrouwen
Slide 10 - Slide
Liberalisme
Socialisme
Confessionalisme
Sociale kwestie vanuit geloof oplossen
nachtwakerstaat
Karl Marx
Zo weinig mogelijk bemoeienis van de overheid
De sociale kwestie zal zichzelf oplossen
Fabrieken moeten van de overheid zijn
Er moet een revolutie komen
Overheid moet sociale wetten maken
Vakbond
Overheid heeft plicht om voor burgers te zorgen
Slide 11 - Drag question
Wat is géén sociale wet gekomen door de sociale kwestie?
A
Kinderwetje van Van Houten
B
Ongevallenwet
C
Woningwet
D
Vrijheid van vergaderingwet
Slide 12 - Quiz
Wat hoort niet bij de sociale kwestie?
A
Lage lonen
B
Lange werktijden
C
Slechte wegen
D
Onveilige fabrieken
Slide 13 - Quiz
Welk begrip past het beste bij deze afbeelding?
A
industrialisatie
B
sociale kwestie
C
confessionalisme
D
socialisme
Slide 14 - Quiz
Wie hebben volgens jou de beste oplossing voor de Sociale Kwestie?
A
Liberalen
B
Feministen
C
Confessionelen
D
Socialisten
Slide 15 - Quiz
Deze vraag gaat over de sociale kwestie tijdens de industriële revolutie.
1 De ergste missstanden verdwijnen 2 Door de industrialisatie ontstaat de sociale kwestie. 3 Er komen sociale wetten 4 Vakbonden komen op voor de belangen van werknemers.
Zet bovenstaande vier zinnen in de juiste tijdsvolgorde:
A
4 --> 2 --> 3 --> 1
B
2 --> 4 --> 3 --> 1
C
2 --> 4 --> 1 --> 3
D
2 --> 3 --> 4 --> 1
Slide 16 - Quiz
Wat hoort bij socialisme?
A
Gelijkheid, algemeen kiesrecht, verdeling rijkdom
B
Gelijkheid, geloof, ieder voor zich, algemeen kiesrecht
C
Arbeiders, geloof, armoede, sociale kwestie
D
Arbeiders, vereniging, schoolstrijd, overheid
Slide 17 - Quiz
Overgang van het maken van producten met de hand naar het maken van producten met machines.
A
Liefdadigheid
B
Industrialisatie
C
Sociale Kwestie
D
huisnijverheid
Slide 18 - Quiz
Bestudeer de bron. Het is een schilderij van de schilder Albert Anker uit 1893.
Welk begrip past bij wat er zich hier afspeelt?
A
armenzorg
B
kinderarbeid
C
sociale kwestie
D
verzorgingsstaat
Slide 19 - Quiz
Waarom nam de overheid een terughoudende rol in tijdens de sociale kwestie?
A
Er zaten veel liberalen in de regering
B
Er zaten veel socialisten in de regering
C
Er zaten veel feministen in de regering
D
Er zaten veel nationalisten in de regering
Slide 20 - Quiz
Deze vraag gaat over de sociale kwestie.
Lees eerst de bron.
Door deze wet:
A
kwam een eind aan de kinderarbeid in Nederland.
B
mochten kinderen tot en met twaalf jaar niet meer werken.
C
was kinderarbeid alleen nog toegestaan op het platteland.
D
werden werkgevers van fabrieken gestraft als ze kinderen lieten werken.
Slide 21 - Quiz
Zij vinden het doel van Marx goed, maar willen geen revolutie.
A
Socialisten
B
Communisten
C
Sociaaldemocraten
Slide 22 - Quiz
Wat wilde Karl Marx bereiken
A
Klassenstrijd waarbij arbeiders de macht overnamen
B
Klassenstrijd waarbij fabrikanten de macht overnamen
Slide 23 - Quiz
Begrippen uit deze les
Sociale kwestie
nachtwakersstaat
Liberalen
sociaal-democraten
confessionelen
feminisme
Slide 24 - Slide
Personen uit deze les
Samuel van Houten
Alette Jacobs
Karl Marx
Slide 25 - Slide
Jaartallen uit deze les
1874: Kinderwetje van Van Houten
1900: Leerplichtwet
1901: Woningwet
1917: Algemeen Kiesrecht voor mannen
1919: Algemeen kiesrecht voor vrouwen
Slide 26 - Slide
Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 27 - Poll
Welk onderdeel wil je minder zien in de les?
filmpjes
uitleg slides
open vragen
Multiple choice vragen
sleepvragen
Slide 28 - Poll
Welk onderdeel wil je meer zien in de les?
filmpjes
uitleg slides
open vragen
Multiple choice vragen
sleepvragen
Slide 29 - Poll
Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?