Lesweek 7: Uitleg activiteiten box

Uitleg activiteiten box
lesweek 7

1 / 18
next
Slide 1: Slide
ZelfzorgMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Uitleg activiteiten box
lesweek 7

Slide 1 - Slide

Planning periode
Lesweek 1: Introductie periode en uitleg toetsing
Lesweek 2: Dagbesteding en ontwikkelingspsychologie
Lesweek 3: Dagbesteding en de zuigelingenfase
Lesweek 4: Dagbesteding en de peuter- en kleuterfase
Lesweek 5: Workshopweek
Lesweek 6: Dagbesteding en de basisschoolleeftijd
Lesweek 7: Dagbesteding en de adolescentie en vroege volwassenheid
Lesweek 8: Dagbesteding en de middelbare en late volwassenheid
Lesweek 9: Werken aan toetsing (Activiteitenbox) (zie periode 4)
Lesweek 10: Workshopweek

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt toelichten welke verschillende doelen een activiteit kan hebben.​
  • Je kunt uitleggen hoe je een activiteit laat aansluiten bij de interesses van de cliënt en de doelgroep.​
  • Je kunt uitleggen met welke aandachtspunten je rekening houdt bij het kiezen en voorbereiden van een activiteit.​
  • Je kunt toelichten met welke aandachtspunten je rekening houdt bij het uitvoeren, begeleiden en evalueren van een activiteit.​
  • Je kunt toelichten wat de aandachtspunten zijn bij de keuze van een locatie en bij de financiering en promotie van een activiteit.




Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Activiteiten box
  • Onderdeel van module (zelf)zorg en activiteiten. ​

  • Je maakt een activiteiten box voor de cliënten van jouw BPV. Je laat zien dat je weet welke activiteiten van meerwaarde zijn voor de mensen. Je kunt benoemen waarom deze activiteiten geschikt zijn voor deze doelgroep en hoe je rekening houdt met hun mogelijkheden en beperkingen. ​

  • Deze activiteiten zijn er op gericht om de cliënten te ondersteunen bij het realiseren van een passende dag invulling of dagbesteding of helpen de cliënt bij het onderhouden of aanleren van vaardigheden. Het kan ook gaan om activiteiten die een cliënt helpt om praktische zaken zelf zoveel mogelijk te blijven doen. Vervolgens ga je (minimaal) 3 activiteiten uitvoeren volgens plan. ​




Slide 5 - Slide

Activiteiten box uitleg
  • Stap 1: Oriënteer je op de groep cliënten en hun behoeftes. Bespreek met je werkbegeleider hoe je dit kunt uitzoeken, lees het plan van de cliënten. Waar liggen hun behoeften? Wat is jouw taak bij het ondersteunen van cliënten bij activiteiten? Wat is de visie van de instelling hierin? Bespreek met de cliënt (zijn netwerk) en collega’s waaraan een goede dag invulling moet voldoen. ​
  • Stap 2: Je zoekt minimaal 10 activiteiten uit die passend zijn voor de cliënt groep van de BPV waar je werkt. Je beschrijft deze activiteiten in je box. Benoem wat voor soort activiteit het is en op welk doel het is gericht. 5 activiteiten zijn door jou aangepast aan de behoefte van de cliënt. Je legt uit waarom deze passend zijn en hoe je rekening houdt met hun mogelijkheden en hun beperkingen. ​




Slide 6 - Slide

Activiteiten box
  • Stap 3: (BPV) Je voert 3 activiteiten uit en vraagt feedback aan de hand van het feedback formulier aan je werkbegeleider of collega. Enkel voor MZ: minimaal 1 activiteit is met een groepje mensen uitgevoerd. ​

  • Stap 4: Vertel in de volgende periode (volgens planning) in de klas wat je hebt uitgezocht en gedaan. Benoem wat je hebt geleerd van deze opdracht. Reflecteer op je feedback in een kort verslag. Hierna lever je het in via it’s learning,​
 *Aanbevolen wordt om dit in de vorm van een markt te doen, waarin je met behulp van een peerfeedback formulier feedback krijgt van je klasgenoten.​

  • Je kunt gebruik maken van creatieve vormen zoals: muziek, drama, natuur, sport en spel, kunst enzovoorts








Slide 7 - Slide

Opdracht
Beschrijf een passende activiteit met behulp van de opdracht 'activiteitenbox'. De activiteit moet afgestemd zijn op de ontwikkelingsfase van een schoolgaand kind.​
 

Doorloop alle stappen uit de opdracht, dit verwerk je in een word bestand.​
Je maakt een mooie poster waarop jij jouw activiteit presenteert.​
De poster hang je op in de klas en in een mini markt presenteer jij jouw activiteit aan de klas.


Slide 8 - Slide

Voorbeeld
Knutselmaterialen:
Gekleurde papieren
Stickers (bv. dieren, bloemen, smileys)
Veilig gebruikbare scharen en lijmstiften
Kleurpotloden en viltstiften

Puzzelspellen:
Eenvoudige puzzels (grote stukken, max. 20-50 stukken)
Sorteeractiviteiten (kleuren, vormen, of voorwerpen zoals gekleurde knopen of blokjes)
Sensorische materialen:

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
Sensorische materialen:
Stressballen of squishy speelgoed
Zand of kinetisch zand in kleine verpakkingen

Spelkaarten met activiteiten:
Eenvoudige stap-voor-stap instructies voor activiteiten, zoals:
“Maak een mooie kaart voor iemand die je leuk vindt.”
“Maak een dier van papier en versier het.”

Speelse muzikale elementen:
Kleine instrumenten (bv. tamboerijn, maracas)
Een kaart met een liedje om te zingen of klappen in ritme

Slide 10 - Slide

Tips:
1. Ken de doelgroep
Behoeften en mogelijkheden: Houd rekening met cognitieve, motorische en zintuiglijke beperkingen. Kies activiteiten die passen bij hun vaardigheden.
Interesses: Stem de inhoud af op wat de doelgroep leuk vindt, zoals muziek, kunst, of specifieke thema’s (bijvoorbeeld dieren of seizoenen).

2. Kies veilige en eenvoudige materialen
Veiligheid voorop: Gebruik materialen zonder scherpe randen, giftige stoffen of kleine onderdelen die verstikkingsgevaar opleveren.
Eenvoudige uitleg: Voeg duidelijke, visuele instructies toe (bijvoorbeeld met pictogrammen of foto's).

3. Stimuleer meerdere zintuigen
Zicht: Gebruik kleurrijke materialen en visuele stimuli.
Tast: Voeg materialen toe met verschillende texturen (zoals zacht, glad of ruw).
Geur en geluid: Overweeg geurende items (zoals lavendelzakjes) of eenvoudige instrumenten

Slide 11 - Slide

Tips:
4. Maak activiteiten flexibel en aanpasbaar
Variatie in moeilijkheidsgraad: Zorg dat activiteiten eenvoudig kunnen worden aangepast aan het niveau van de gebruiker.
Keuzemogelijkheden: Voeg verschillende soorten activiteiten toe, zoals creatieve opdrachten, puzzels of bewegingsspelletjes, zodat iedereen iets kan vinden wat hen aanspreekt.

5. Voeg structuur toe
Thema’s: Werk met een thema (bijvoorbeeld lente, feestdagen of ontspanning) om de box overzichtelijk en herkenbaar te maken.
Instructiekaarten: Gebruik stap-voor-stap handleidingen met eenvoudige taal en/of pictogrammen.
Checklist: Voeg een checklist toe waarmee gebruikers kunnen zien wat er in de box zit en wat ze kunnen doen.
6. Test de box eerst
Proefgebruik: Laat een kleine groep mensen de activiteitenbox uitproberen en vraag om feedback. Pas de inhoud aan op basis van hun ervaringen.
Observeer: Kijk hoe de doelgroep met de box omgaat en of ze plezier hebben en betrokken zijn.

Slide 12 - Slide

Methodisch stappenplan vind je in itslearning!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Ik geef mijn inzet tijdens de les het volgende cijfer:
010

Slide 16 - Poll

Ik geef deze les het volgende cijfer:
-110

Slide 17 - Poll

Ik heb de volgende feedback
voor deze les:

Slide 18 - Mind map