Song 3: Lost Frequencies ft. Calum Scott

Lost Frequencies ft. Calum Scott
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EngelsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Lost Frequencies ft. Calum Scott

Slide 1 - Slide

What is the name of the song by Lost Frequencies and Calum Scott?
A
Modern Highway
B
Where Are You Now
C
Old Town Road
D
Yabba Dabba Doo

Slide 2 - Quiz

Wat is 'in heel Europa' in het Engels?
A
all over Europe
B
in whole Europe
C
inside Europe
D
Europe of all

Slide 3 - Quiz

Wat betekent: 'Where shall we meet?'

Slide 4 - Open question

Wat is 'ingang' in het Engels?
A
entrance
B
into the ground
C
gang
D
exit

Slide 5 - Quiz

Zet de goede vertaling erbij
Making money
Famous
Forget
Foot
Blowing up
Geld verdienen
Beroemd
vergeten
voet
opblazen

Slide 6 - Drag question

Welk woord hoort er niet tussen?
A
before
B
after
C
during
D
distance

Slide 7 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
Up
Right
Down
Left
something

Slide 8 - Poll

Wat betekent 'in the evening'?
A
tijdens kerst
B
's middags
C
's ochtends
D
's avonds

Slide 9 - Quiz

Match het goede plaatje bij het woord
Make money
Head

Brand new
Road
Staying up

Slide 10 - Drag question

Hoe zeg je in het Engels: Hij is in het stadscentrum.
A
He is at the centre.
B
He is in the city centre.
C
He is at the library centre.
D
He is in the playground.

Slide 11 - Quiz

Hoe zeg je in het Engels 'rechts en links'?

Slide 12 - Open question

Welke woorden gebruik je om 'voor en na' in het Engels te zeggen?
A
up and after
B
forest and after
C
before and after
D
up and after

Slide 13 - Quiz

Hoe zeg je in het Engels 'tijd doorbrengen'?
A
bring time
B
spend time
C
give time
D
help time

Slide 14 - Quiz

Vertaal de zin naar het Engels:
Laten we na school afspreken.

Slide 15 - Open question

Vul het ontbrekende woord in:
Philip ..... at the swimming pool.
A
are
B
will
C
am
D
is

Slide 16 - Quiz

Vertaal de volgende zin:
I'm at home.

Slide 17 - Open question

Vul het ontbrekende woord in:
You ..... in the city centre.
A
is
B
am
C
are
D
be

Slide 18 - Quiz

Wat betekent het Engelse woord 'ticket'.
A
kaartje
B
hoed
C
tik
D
locomotief

Slide 19 - Quiz

Sleep de componenten op de plaats
Move your hands like you're driving. 

Move your hand down in front of your face. 
Wipe one hand over your other hand.

Beweeg je handen naar beneden voor je gezicht.
Beweeg je handen alsof je aan het rijden bent. 
Veeg een hand over je andere hand.

Slide 20 - Drag question

Wat betekent 'forget something'?
A
iets forceren
B
iets vergeten
C
soms verkrijgen
D
altijd klaarstaan

Slide 21 - Quiz

Kijk goed naar de zin en onthoud deze:
 

When shall we meet?

Slide 22 - Slide

Schrijf de zin van net op. (In het NL is het: Wanneer zullen we afspreken?)

Slide 23 - Open question

Wat betekent 'distance'?
A
handstand
B
afstand
C
meel
D
bijvoorbeeld

Slide 24 - Quiz

Vul het ontbrekende woord in:
My sister ..... at the park.
A
are
B
am
C
is
D
be

Slide 25 - Quiz

Vertaal de volgende zin:
See you at the bus stop.

Slide 26 - Open question

Where do you do your groceries?
A
in the gym
B
at the library
C
at the supermarket
D
at the skate park

Slide 27 - Quiz

Welk woord hoort er niet tussen?
A
always
B
never
C
sometimes
D
tasty

Slide 28 - Quiz

Maak af: Never gonna....
A
give you up
B
walk away
C
laugh all day
D
pick flowers

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Schrijf zoveel mogelijk
woorden en zinnen van de les op.

Slide 31 - Mind map