Het weer
1 / 18
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Il y a du soleil
il pleut
il neige
il fait beau
il fait mauvais
Slide 8 - Drag question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Maak de juiste combinaties van de vraagwoorden.
wie
wat
waar
wanneer
hoe
hoe veel
combien
où
qui
qu'est-ce que/ qu'est-ce qui
quand
comment
Slide 12 - Drag question
Vertaal: waar
A
quand
B
qu'est-ce que
C
qui
D
où
Slide 13 - Quiz
Vertaal: hoeveel
A
combien
B
quand
C
pourquoi
D
comment
Slide 14 - Quiz
Hoe vertaal je het vraagwoord: hoe?
A
Comment
B
Quand
C
Qui
D
Pourquoi
Slide 15 - Quiz
Ik begrijp het?
😒🙁😐🙂😃
