Stelling

Wat gaan we doen?
Eindproduct: Deze week ga je over een zelf gekozen stelling een betoog maken en dit presenteer je uiteindelijk voor de klas. 

Voor het betoog en de presentatie
krijg je één cijfer dat meetelt voor godsdienst.


1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
Eindproduct: Deze week ga je over een zelf gekozen stelling een betoog maken en dit presenteer je uiteindelijk voor de klas. 

Voor het betoog en de presentatie
krijg je één cijfer dat meetelt voor godsdienst.


Slide 1 - Slide

STAPPENPLAN
1. Voorbereiding: onderwerp kiezen + stelling maken
2. Je levert de stelling in bij stap 1 in de ELO.
3. Je gaat met elkaar argumenten bedenken (2/3 voor, 1 tegen + uitleg) 
3. Schrijven van je betoog: inleiding, middenstuk, slot
4. Pakkende titel toevoegen

Hierna pas voorbereiden op de presentatie.


Slide 2 - Slide

Stellingen (oefen!)
Kies één onderwerp en bedenk daarvoor een stelling. Schrijf de stelling op!
- mobieltjes in de klas
- klimaat
- chat GPT
- schooltijden
- sport en bewegen
- gezonde snacks op school
timer
3:00

Slide 3 - Slide

Waaraan moet een stelling aan voldoen?
Kies: werk alleen of in tweetal

1. Bekijk het document "Hoe schrijf ik een betoog"?
2. Zoek op aan welke 7 criteria een goede stelling moet voldoen. 
3. Noteer alle 7 criteria in je schrift.


Slide 4 - Slide

Test stellingen: goed of fout?
Test stellingen: goed of fout?




Slide 5 - Slide

Inleiding
In je inleiding wil je twee dingen doen:

1. De aandacht van de lezer trekken;
2. De stelling / het onderwerp introduceren.

Slide 6 - Slide

Middenstuk (minimaal)
1. Per argument voor de stelling een alinea. (dus 2 alinea's)
Leg duidelijk uit (AUB) 

2. Een tegenargument in een losse alinea

3. Een weerlegging in een losse alinea

Slide 7 - Slide

Slot
1. Het belangrijkste herhalen
2. Antwoord op de hoofdvraag geven

Tips voor een goede afsluiting:
- Maak de cirkel rond: kom in je slot terug op de aandachttrekker uit de inleiding.
- Probeer af te sluiten met een krachtige zin, een uitsmijter.
- Houd het kort.
- Behandel geen nieuwe informatie in het slot.
- Zet geen ‘einde’ onder je tekst.

Slide 8 - Slide

Aan de slag!
1. Vul je brainstormformulier/bouwplan helemaal in. Dus je hebt een stelling, de argumenten/tegenargument + weerlegging. 

Nu kan je beginnen met schrijven!







Slide 9 - Slide

Bronnen
1. In je betoog kun je bronnen gebruiken om een argument kracht bij te zetten. Alleen subjectieve argumenten komen niet altijd krachtig over.
timer
1:00

Slide 10 - Slide

Bronnen
2. Doe onderzoek op internet naar jouw onderwerp. Wat zegt onderzoek over jouw stelling? Gebruik betrouwbare sites!
- NRC, Volkskrant, Trouw, officiële onderzoeksinstellingen etc.

Let op: Een TikTok-filmpje met een mening is nooit een betrouwbare bron! Check altijd waar men informatie vandaan haalt.

Slide 11 - Slide

Bron voorbeeld
Uit onderzoek van het Nederlands Jeugd Instituut (2022) blijkt dat het mentaal welbevinden van jongeren negatief beïnvloed is door de coronapandemie. Vooral wanneer kinderen en jongeren weinig contact konden hebben met leeftijdsgenoten had dit negatieve gevolgen voor het mentaal welbevinden.


Bron: https://www.nji.nl/coronavirus/onderzoek-naar-corona-en-mentaal-welbevinden

Slide 12 - Slide

Mogelijke stellingen
1. Accounts van influencers die fake news verspreiden moeten tijdelijk gedeactiveerd worden. 
2. Alcoholproducten moeten twee keer zo duur worden.
3. Bijles moet worden afgeschaft.
4. Duurzaamheid en klimaat moet een verplicht vak op school worden.
5. Filmpjes op social media waarin gerookt of gevapet wordt, moeten direct offline gehaald worden.
6. Alleen mensen met een IQ hoger dan 70 mogen stemmen.
7. Alleen landen die vrouwenrechten respecteren hebben recht op ontwikkelingshulp.
8. Energiedrankjes moeten verboden worden.
9. De overheid moet een limiet stellen aan de schermtijd van jongeren.
10. Een uur per dag bewegen moet op iedere school verplicht in het lesprogramma zitten.

Tip voor stellingen: www.schooldebatteren.nl

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Weerlegging van een argument
Mogelijke argumenten tegen je standpunt benoemen en laten zien dat ze niet kloppen (weerlegging). 

Je ontkracht een argument of tegenargument. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Programma komende periode
Formuleren: hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 6, --> toets 
Schrijven: schrijfdossier maken, 4 opdrachten maken en inleveren via Teams--> o/v/g

Je kan:
1. Zinnen correct begrenzen en verbindingswoorden gebruiken.
2. Informatie over het woordgeslacht gebruiken om de verwijswoorden deze, die, dit, dat correct gebruiken.
3. Signaalwoorden gebruiken om verbanden tussen zinnen aan te geven.
4. Verwijswoorden correct gebruiken.
6. Regels voor de verwijswoorden hen/hun, dat/wat en waarmee/met wie correct gebruiken.

Slide 18 - Slide

Aan de slag/huiswerk
In plenda noteren DONDERDAG 2 februari
                                       Opdr. 1, 2, 4 blz. 123

Geschatte tijd: 15 minuten.


Klaar? Top! Zelf nakijken en daarna bezig met je dossier of lezen.

Slide 19 - Slide

Schrijfdossier
Je werkt aan je opdrachten in het schrijfdossier.

Aan het eind van deze les:
Opdracht 1, 2, 3 zijn af!

Let op: Volgende week 8 februari lever je je dossier in.


timer
25:00

Slide 20 - Slide

Opdracht 1 en 2 van blz. 92/93

Klaar? Top!! Zelf (kritisch) nakijken op blz.

Alweer klaar? Lekker bezig! Kies:
- Lezen in je leesboek
- Werken aan je schrijfdossier (opdracht 1, 2 moeten af zijn volgende week!)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Verwijzen naar de- en het- woorden
Bekijk dit filmpje over hoe je verwijst naar de- en het- woorden.

Slide 23 - Slide

Formuleren hoofdstuk 1 (blz. 32/33)
Bekijk dit filmpje over zinnen correct begrenzen.

Theorie H.2 
?
Klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Slide 24 - Slide

Mediatheek?
Wil je tijdens deze lockdown boeken lenen?
-> Mail dan naar: mediatheek@cvo-nf.nl wat je nodig hebt. De boeken/materialen worden voor je klaargelegd en kun je de volgende dag ophalen tussen 9.00-10.00 uur op Groot Mariënburg!

-> De catalogus kun je bekijken via de Aura app OF www.csg-comenius.nl => inloggen leerlingen (links onderaan pagina) => klik op “Catalogus mediatheek”.
Maak nu opdracht 1 van blz. 62 in je schrift. 
Voorbeelden:
1. Het bataljon  -> Onzijdig
2. De dienst -> Mannelijk

Slide 25 - Slide

Mediatheek?
Wil je tijdens deze lockdown boeken lenen?
-> Mail dan naar: mediatheek@cvo-nf.nl wat je nodig hebt. De boeken/materialen worden voor je klaargelegd en kun je de volgende dag ophalen tussen 9.00-10.00 uur op Groot Mariënburg!

-> De catalogus kun je bekijken via de Aura app OF www.csg-comenius.nl => inloggen leerlingen (links onderaan pagina) => klik op “Catalogus mediatheek”.
Maak nu opdracht 2 van blz. 63 in je schrift. 
Voorbeeld: 
1. De aanvoerder, die de zilveren bokaal omhooghield, kwam het podium op.

Uitleg: aanvoerder is een de-woord, dus verwijzen met die of deze.

Slide 26 - Slide

Mediatheek?
Wil je tijdens deze lockdown boeken lenen?
-> Mail dan naar: mediatheek@cvo-nf.nl wat je nodig hebt. De boeken/materialen worden voor je klaargelegd en kun je de volgende dag ophalen tussen 9.00-10.00 uur op Groot Mariënburg!

-> De catalogus kun je bekijken via de Aura app OF www.csg-comenius.nl => inloggen leerlingen (links onderaan pagina) => klik op “Catalogus mediatheek”.
Maak nu opdracht 3 van blz. 63 in je schrift. 
Voorbeeld: 
1. De gemeente legt hier een nieuw fietspad aan, dat de veiligheid moet vergroten.

Uitleg: fietspad is een het-woord, dus verwijzen met dit of dat.

Slide 27 - Slide

Mediatheek?
Wil je tijdens deze lockdown boeken lenen?
-> Mail dan naar: mediatheek@cvo-nf.nl wat je nodig hebt. De boeken/materialen worden voor je klaargelegd en kun je de volgende dag ophalen tussen 9.00-10.00 uur op Groot Mariënburg!

-> De catalogus kun je bekijken via de Aura app OF www.csg-comenius.nl => inloggen leerlingen (links onderaan pagina) => klik op “Catalogus mediatheek”.
Maak nu opdracht 4 van blz. 63 in je schrift. 
Voorbeeld: 
1. Het meisje dat daar loopt vind ik echt heel leuk. 
(dat verwijst naar meisje en meisje is een het-woord.)

2. Doe dit alleen bij je eigen zinnen. 

Slide 28 - Slide

Controleren
Kun jij nu:

- zinnen correct begrenzen met de juiste leestekens?
- zinnen correct begrenzen met behulp van verbindingswoorden?
- de verwijswoorden deze, die, dit en dat correct gebruiken?

Kijk je werk na. De antwoorden vind je in Teams onder bestanden->formuleren-> antwoorden. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide