Paragraaf 3.2 - Ogen

3.2 Ogen
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

3.2 Ogen

Slide 1 - Slide

Herhaling 3.1 Zintuigen

Slide 2 - Slide

Oren, ogen, neus, mond, huid en tong zijn
A
Waarnemingen
B
prikkels
C
zintuigen

Slide 3 - Quiz

Licht is de prikkel voor onze
A
neus
B
mond
C
oren
D
ogen

Slide 4 - Quiz

aanraking is de prikkel voor
A
onze neus
B
onze mond
C
onze huid
D
onze oren

Slide 5 - Quiz

hersenen, zenuwen en ruggenmerg zijn de onderdelen van ons
A
zenuwstelsel
B
orgaanstelsel
C
ademhalingsstelsel

Slide 6 - Quiz


Lesdoelen


Ik weet hoe mijn oog wordt beschermd;

Ik weet hoe mijn ogen werken;

Ik weet hoe ik scherp kan zien. 















Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

0

Slide 10 - Video

Pupilreflex

Slide 11 - Slide

Het gekleurde deel in je oog heet
A
Iris
B
oogwit
C
pupil
D
netvlies

Slide 12 - Quiz

de zwarte stip in de iris heet
A
hoornvlies
B
netvlies
C
pupil
D
ooglid

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
oogwit

Slide 15 - Drag question

Hoe noemen we nummer 3?
A
pupil
B
iris
C
harde oogvlies
D
glasachtig lichaam

Slide 16 - Quiz

Welk onderdeel beschermt ons ook NIET?
A
ooglid
B
wenkbrauw
C
wimpers
D
traanklier

Slide 17 - Quiz

Maken 3.2 opdr 1 t/m 8

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

scherp zien
    bolle lens
    voorwerp van dichtbij scherp
    platte lens: 
    voorwerp van veraf scherp

    accommoderen:
    het platter en boller maken van de ooglens


    Slide 21 - Slide

    lens
    iris
    netvlies
    zenuw

    Slide 22 - Drag question

    De oogspieren zitten vast aan het harde oogvlies.
    A
    juist
    B
    niet juist

    Slide 23 - Quiz

    Hoe heet onderdeel 10
    A
    De Iris
    B
    De Lens
    C
    De Pupil
    D
    Het harde oogvlies

    Slide 24 - Quiz

    Nummer 2 is
    A
    de lens
    B
    de pupil
    C
    het harde oogvlies
    D
    het hoornvlies

    Slide 25 - Quiz

    Hoe kan het dat je scherp kunt zien?
    A
    accomoderen van de lens
    B
    wijder maken van de pupil
    C
    accomoderen van het hoornvlies
    D
    wijder maken van de Iris

    Slide 26 - Quiz

    Hoe heet het als de lens van vorm veranderd?
    A
    pupilreflex
    B
    accomoderen
    C
    decentraliseren
    D
    centraliseren

    Slide 27 - Quiz

    Hoe noem je het groter en kleiner worden van de pupil? (dit gaat vanzelf)
    A
    Oogreflex
    B
    Pupilreflex
    C
    Accomoderen
    D
    Accomodatiereflex

    Slide 28 - Quiz

    het boller of platter maken van de lens wordt ook wel... genoemd
    A
    straallichaam
    B
    accomoderen
    C
    accamaderen
    D
    optiseren

    Slide 29 - Quiz

    Hoe noemen we nummer 2?
    A
    pupil
    B
    iris
    C
    harde oogvlies
    D
    glasachtig lichaam

    Slide 30 - Quiz

    Welk gedeelte van het harde oogvlies is doorzichtig?
    A
    Hoornvlies
    B
    Pupil
    C
    Vaatvlies
    D
    Netvlies

    Slide 31 - Quiz

    Welke onderdeel beschermt het oog doordat het zo stevig is.
    A
    Pupil
    B
    Harde oogvlies
    C
    Iris
    D
    Netvlies

    Slide 32 - Quiz

    Het hoornvlies is een deel van het ........
    A
    netvlies
    B
    harde oogvlies

    Slide 33 - Quiz

    Het witte gedeelte van het oog heet...
    A
    het harde oogvlies
    B
    het hoornvlies
    C
    het netvlies
    D
    de pupil

    Slide 34 - Quiz

    In welk onderdeel van het oog komt licht binnen?
    A
    Iris
    B
    Pupil
    C
    Netvlies
    D
    Staafjes en kegeltjes

    Slide 35 - Quiz

    Slide 36 - Slide

    Huiswerk
    Maken 3.2 1 t/m 15 + Test jezelf

    Slide 37 - Slide