2.2 Zetmeel en glucose (aantonen)

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Voorbereiding

 - Pak papier en een pen

In deze les maken je 3 practicum opdrachten en je levert aan het einde van de les een foto in

2.2 Zetmeel en glucose (aantonen)

Lesdoel:
Je weet wat een indicator is.

Je kan de indicatoren voor zetmeel en glucose benoemen en weet je wat er gebeurd als ze met zetmeel of glucose in aanraking komen.

Eerst een stukje herhaling

Wat is het verschil tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof?

Welke 6 groepen voedingsstoffen zijn er?

Eiwitten

Koolhydraten

Vetten

Vitamines

Water

Mineralen

Tot welke groep voedingsstoffen behoort zetmeel?

1. Eiwitten
2. Koolhydraten
3. Vetten
4. Mineralen

Tot welke groep voedingsstoffen behoort glucose?

1. Eiwitten
2. Koolhydraten
3. Vetten
4. Mineralen

Koolhydraten dienen in het lichaam als:

• Bouwstoffen
• Brandstoffen
• Reservestoffen 

Wat gaan we doen?

 - Pak papier en een pen/potlood

- Noteer je naam bovenaan je blad

- Neem het schema (met buis 1 & buis 2, kleur begin en kleur met jodiumoplossing) over op je blaadje

Instructies

Tijdens het filmpje dat je nu gaat kijken vul je het schema in én beantwoord je de twee vragen.

00:13

Doen

Schrijf de kleur van de oplossingen in je schema op.

00:59

Doen

Beantwoord de volgende vragen op je blaadje.

00:59

Doen

Zet het kleur verschil dat je ziet na het toevoegen van jodiumoplossing in je schema.

Beantwoord op je blaadje ook de twee vragen (van par 2.2 opdracht 7).

Opdracht 7

Bekijk het volgende filmpje en beantwoord daarna 3 vragen op je blaadje

00:32

Doen

Beantwoord de volgende vragen op je blaadje.

Samengevat

Indicatoren:

Glucosestrookje bevat de indicator voor glucose. Het glucosestrookje is van zichzelf gelig. Bij aanraking met glucose wordt het glucose strookje groen (hoe groener hoe meer glucose er aanwezig is)

Jodium is de indicator voor zetmeel. Jodium is van zichzelf geel/bruin van kleur. Bij aanraking van jodium met zetmeel kleurt de jodium donkerblauw/zwart. 

Bij een persoon met suikerziekte wordt de hoeveelheid glucose in het bloed niet goed geregeld. Hierdoor is er een teveel aan glucose in het bloed. Dit te veel aan glucose in het bloed is schadelijk en word deels via de urine uit het lichaam gehaald. Welke indicator zal een laborant gebruiken om aan te tonen of er wel of geen sprake is van glucose in de urine?

1. Jodium
2. Glucose strookje

Opdracht 8

Neem het schema over op je blaadje en vul deze in tijdens het bekijken van het volgende filmpje

Beantwoord ook de vragen die eronder staan

07:54

Doen 

- Je hebt nu het schema paragraaf 2.2 vraag 8 ingevuld.

- Beantwoord de vragen van de conclusie (par 2.2 opdr 8)

Upload hier de foto van je blaadje