This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
13-11-23
Slide 1 - Slide
Today's lesson
overzicht stof voor toetsweek
Passive tense
possessives
conjunctions
Slide 2 - Slide
Toetsweekstof havo 3
Unit 1: grammar
Unit 2: Grammar / words / Expressions
Grammar:
1.2: present perfect vs present perfect continuous
1.4: past simple vs past continuous
1.5: who, whose, whom, which, that
1.5: comparisons
2.2: past simple vs past perfect
2.4: the passive
2.5: possessive 's
2.5: conjunctions
Let op: voor de past simple en present perfect moet je de onregelmatige ww (2e +3e rij kennen!)
Slide 3 - Slide
The passive
Slide 4 - Slide
May/ might be
The Passive (lijdend voorwerp)
Wat is 'the passive'?
De lijdende vorm
Het is dan niet belangrijk of niet bekend wie iets doet.
Het gaat erom dat het wordt gedaan/ gebeurt.
Slide 5 - Slide
May/ might be
The Passive (lijdend voorwerp)
Wat is 'the passive'?
De lijdende vorm
Het is dan niet belangrijk of niet bekend wie iets doet.
Het gaat erom dat het wordt gedaan/ gebeurt.
DUS:
Active: persoon (die het doet) is duidelijk
Passive: persoon is niet belangrijk
Slide 6 - Slide
May/ might be
The Passive (lijdend voorwerp)
ACTIVE sentence:
They sell fruit here.
Slide 7 - Slide
May/ might be
The Passive (lijdend voorwerp)
ACTIVE sentence:
They sell fruit here.
Leonardo da Vinci paintedthe Mona Lisa.
PASSIVE sentence:
Fruitis sold here (by them)
The Mona Lisawas painted by Leonardo da Vinci.
Slide 8 - Slide
May/ might be
The Passive (lijdend voorwerp)
PASSIVE sentence:
Fruitis sold here (by them)
Hoe?
Tegenwoordige tijd = vorm van to be + vdw
Verleden tijd = vorm van to be + vdw
am/are/is
was/ were
Slide 9 - Slide
May/ might be
The Passive (lijdend voorwerp)
Passive:
Shoes _____________ in that factory (by them)
Active:
They make shoes in that factory
Zet de volgende zin in de juiste tijd (in the passive)
Vorm van to be: (am/ are/ is OF was/were)
+
voltooid deelwoord (werkwoord +ed OF 3e rij onregelmatige ww)
Answer:
are made
Slide 10 - Slide
Fill in the correct passive tense: Gebruik: Vorm van to be: (am/ are/ is OF was/were) + voltooid deelwoord Spanish ___________ (speak) in Argentina.
Slide 11 - Open question
Fill in the correct passive tense: Gebruik: Vorm van to be: (am/ are/ is OF was/were) + voltooid deelwoord The Empire State Building _______ (build) in 1931.
Slide 12 - Open question
Fill in the correct passive tense: Gebruik: Vorm van to be: (am/ are/ is OF was/were) + voltooid deelwoord Uniforms ___________ (wear) by most police officers.
Slide 13 - Open question
Passive - practise in your book
unt 2.4, do ex 10 + 11
Slide 14 - Slide
Possessive: 's / '/ .....of.....
's
mensen en dieren (enkelvoud): the dog's bones / my cousin's bags
mensen en dieren (meervoud, geen -s): My mum's job
namen: Charlie's jacket
winkels: The bakery's opening hours...
'
mensen en dier (meervoud, met -s)
the dogs' bones / my cousins' bags
....of......
geographische locaties: the city of London
dingen: the smell of food
Slide 15 - Slide
Independent work
unit 2.5, ex 1 t/m 8
(ex 3+4: possessives
ex 5: conjuntions- voegwoorden)
de rest: words / expressions)
Finished? Grammar practise on It'slearning (bronnen)