This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
The passive
Slide 1 - Slide
May/ might be
The Passive (lijdend voorwerp)
Wat is 'the passive'?
De lijdende vorm
Het is dan niet belangrijk of niet bekend wie iets doet.
Het gaat erom dat het wordt gedaan/ gebeurt.
Slide 2 - Slide
May/ might be
The Passive (lijdend voorwerp)
Wat is 'the passive'?
De lijdende vorm
Het is dan niet belangrijk of niet bekend wie iets doet.
Het gaat erom dat het wordt gedaan/ gebeurt.
DUS:
Active: persoon (die het doet) is duidelijk
Passive: persoon is niet belangrijk
Slide 3 - Slide
May/ might be
The Passive (lijdend voorwerp)
ACTIVE sentence:
They sell fruit here.
Slide 4 - Slide
May/ might be
The Passive (lijdend voorwerp)
ACTIVE sentence:
They sell fruit here.
Leonardo da Vinci paintedthe Mona Lisa.
PASSIVE sentence:
Fruitis sold here (by them)
The Mona Lisawas painted by Leonardo da Vinci.
Slide 5 - Slide
May/ might be
The Passive (lijdend voorwerp)
PASSIVE sentence:
Fruitis sold here (by them)
Hoe?
Tegenwoordige tijd = vorm van to be + vdw
Verleden tijd = vorm van to be + vdw
am/are/is
was/ were
Slide 6 - Slide
May/ might be
The Passive (lijdend voorwerp)
Passive:
Shoes _____________ in that factory (by them)
Active:
They make shoes in that factory
Zet de volgende zin in de juiste tijd (in the passive)
Vorm van to be: (am/ are/ is OF was/were)
+
voltooid deelwoord (werkwoord +ed OF 3e rij onregelmatige ww)
Answer:
are made
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
May/ might be
Make active
Put the following sentences from the songs in active tense.
Vorm van to be: (am/ are/ is OF was/were)
+
voltooid deelwoord (werkwoord +ed OF 3e rij onregelmatige ww)
Sweet dreams are made of this.
Some of them want to be abused.
You were loved by someone.
You were touched by someone.
Slide 10 - Slide
May/ might be
Make passive / active
Turn to your book
Vorm van to be: (am/ are/ is OF was/were)
+
voltooid deelwoord (werkwoord +ed OF 3e rij onregelmatige ww)
Find 5 sentences that are active and put them in passive tense.
Find 5 sentences that are passive and put them in active tense (hint: you can use the assignments for this).
Slide 11 - Slide
Fill in the correct passive tense: Gebruik: Vorm van to be: (am/ are/ is OF was/were) + voltooid deelwoord Spanish ___________ (speak) in Argentina.
Slide 12 - Open question
Fill in the correct passive tense: Gebruik: Vorm van to be: (am/ are/ is OF was/were) + voltooid deelwoord The Empire State Building _______ (build) in 1931.
Slide 13 - Open question
Fill in the correct passive tense: Gebruik: Vorm van to be: (am/ are/ is OF was/were) + voltooid deelwoord Uniforms ___________ (wear) by most police officers.