les 1 online nhk maandag

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bonjour tout le monde 

Aujourd'hui au programme 

- parler 

- explication bnw

- vous allez faire les exercices

- vous allez lire texte 3 

comment ça va? 

- Hoe gaat het met jullie? 

- Hoe was de vakantie? Hebben jullie leuke dingen gedaan? 

- Hoe vinden jullie het dat we tot en met de 19e online lessen hebben en in lockdown zitten? 

De proef 

jullie hebben op woensdag 27 januari de proef

wat moeten jullie leren voor deze proef? 

1. De regelmatige werkwoorden pagina 5 

2. Vocabulaire kleuren pagina 8

3. De onregelmatige werkwoorden pagina 11

4. Vocabulaire kleding pagina 15

5. Bijvoeglijk naamwoord pagina 21

6. Kloktijden pagina 25

l'adjectif (bijvoeglijk naamwoord)

een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. In het Frans moet je rekening houden met de vorm en de plaats van het bijvoeglijk naamwoord. 

Voorbeeld in het Nederlands 

Het huis is mooi : mooi = bnw en het huis = znw 

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord 

In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan aan het zelfstandig naamwoord. Dit heeft te maken met de mannelijke, vrouwelijke en meervoud woorden. 

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	-	+ e
meervoud	+ s	+ es

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	-	+ e
meervoud	+ s	+ es

voorbeeld	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	le t-shirt est bleu	la robe est bleu e
meervoud	les t-shirts sont bleu s	les robes sont bleu es

2 uitzonderingen 

1. Eindigt een bijvoeglijk naamwoord al op een -e? Dan krijg je 

geen extra -e bij de vrouwelijke woorden. 

voorbeeld: 

Le pantalon est rouge 

la robe est rouge 

2. Eindigt een mannelijk bijvoeglijk naamwoord op een -s of een -x? Dan krijg je geen extra -s in het meervoud 

voorbeeld: 

le t-shirt est gris 

les t-shirt est gris 

de plaats van het bnw

In het Frans komen bijna alle bijvoeglijknaamwoorden achter het zelfstandig naamwoord. Ook de kleuren komen achter het zelfstandig naamwoord. 

- la robe rouge 

Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in
la maison est ........

1. vert
2. verte
3. verts
4. vertes

Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in
les pommes sont ......

1. rouge
2. rouges
3. roux

Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in
le livre est

1. grands
2. grande
3. grand
4. grandes

Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in
ses soeurs sont .....

1. mignonnes
2. mignons
3. mignon
4. mignonne

Au travail 

Vous allez travailler en autonomie pendent 20 minutes 

1. tu vas faire exercices 1 t/m 3 - blz 23 & 24

2. tu vas lire texte 3 - blz 39 

corriger 

on va corriger les exercices ensemble 

la fin du cours 

jullie kunnen dus alvast beginnen met het leren voor de toets. 

de onderdelen die je alvast kan leren zijn: 

(de regelmatige + de onregelmatige werkwoorden, vocabulaire over de kleren en de kleuren) 

voor deze week kan je aan het volgende werken: 

- leesvaardigheid 3 (als je die nog niet af hebt)

- maken opdrachten over het bnw (opdracht 1 t/m 3)

- Fip maken

- de regels leren van het bnw + de uitzonderingen