- Na 1815: Groot - Brittannië, Rusland, Frankrijk, Oostenrijk, Pruisen, Ottomaanse Rijk.
- Veel volkeren hadden geen eigen staat --> spanningen
- Er moet altijd een machtsevenwicht zijn.
- Als een groot land zich bedreigd woelt gaat het vaak bondgenootschappen sluiten en of wapens maken en of aanvallen.
- Door de aanval van Pruisen of Oostenrijk verschuift het machtsevenwicht.