Hoofdstuk 1 Paragraaf 2 KGT

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je tablet eruit (niet opstarten)
3. Pak je werkboek, rekenmachine en pen.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 39
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je tablet eruit (niet opstarten)
3. Pak je werkboek, rekenmachine en pen.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Slide

Economie 
Economie 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Terugblik op de vorige les 
  2. Huiswerk nakijken
  3. blok 1 Uitleg paragraaf 2 begrippen
  4. Aan de slag met paragraaf 2
  5. Blok 2 Uitleg Rekenen 
  6. Afsluiting -> blooket

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  1. Ik kan de vragen over lesstof paragraaf 2 beantwoorden.
  2. Ik begrijp alle begrippen en kan hierover vragen beantwoorden
  3. Ik kan een nieuw saldo berekenen en heb een voorbeeld in mijn schrift
  4. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.

Slide 4 - Slide

Inloggen in Lessonup
        Lesson up                                                 Google Classroom

Slide 5 - Slide

Hoofdstuk 1 Economie is meer dan je geld?

Slide 6 - Slide

Vorige les - Leerdoelen paragraaf 1 
Wat behoeften zijn.
Wat het verschil tussen goederen en diensten zijn
Wat consumeren en zelfvoorziening is.
Rekenen:
Hoe je een getallen moet afronden. 
Hoe je geldbedragen op moet schrijven.

Slide 7 - Slide

Afronden op twee decimalen!
7,934 = ………………

Slide 8 - Open question

Afronden op een heel getal!
7,934 = ………………

Slide 9 - Open question

Afronden:
Rond 13.549,285649 af op duizendtallen.

Slide 10 - Open question

Hoe schrijf je een geldbedrag op?
  1. Je schrijft een €-teken  voor het geldbedrag 
  2. Je schrijft een geldbedrag met 2 getallen achter de komma ==> €2,99 
  3. Tussen de helen en decimalen schrijf je een komma 
  4. Typ je een geldbedrag in op de rekenmachine gebruik je een punt 

  • Heb je duizendtallen schrijf je een punt.
     Doe dit niet op de rekenmachine!!!
  • Bijvoorbeeld   -> €10.345 of €200.000

Slide 11 - Slide

Klassikaal aan de slag
timer
8:00
Wat ga je doen
maken paragraaf  1 opdracht  14
Hoe ga je dit maken?
Klassikaal
Ben je klaar? 
Bekijk paragraaf 1.2

Wacht je rustig en mag je fluisterend praten

LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Huiswerk
timer
10:00
Wat ga je doen
Nakijken paragraaf 1
Hoe ga je dit maken?
Ga naar teams
Bekijk en controleer je antwoorden. 

Ben je klaar? 
Wacht je rustig.
LET OP! 
Stoplicht

Slide 14 - Slide

Hoofdstuk 1 Economie is meer dan je geld?

Slide 15 - Slide

Hoofdstuk 1
Paragraaf 1 Wat is economie
Paragraaf 2 Economie en geld
Paragraaf 3 Weet wat je nodig hebt.
Paragraaf 4 Weet wat je koopt

Slide 16 - Slide

Ik weet aan het eind van deze les:
  1. Wat Directe ruil en indirecte ruil is
  2. Welke Soorten geld er zijn.
  3. Hoe je met geld kan betalen
  4. Rekenen - Hoe je een nieuwe banksaldo moet berekenen.

LET OP!! maak aantekeningen ! 

Slide 17 - Slide

Directe en indirecte ruil

Slide 18 - Slide

Chartaal
Giraal

Slide 19 - Slide

Hoe kan je elektronisch betalen?

Slide 20 - Slide

Uitleg vraag 9 en 12
Ik roep enkele van jullie naar voren.

Uitleg en maken onder begeleiding van 9 en 12

Wie niet is uitgenodigd en wilt mag naderhand ook naar voren komen.
Wat doe je als je niet naar voren moet? Dan aan de slag paragraaf 1

Slide 21 - Slide

Aan de slag
d

timer
20:00
Wat ga je doen
Maken van paragraaf 2 
blz 16

opdrachten overslaan 
 2, 8, 15, 16
Hoe ga je dit maken?


Zelfstandig 

eerste 10 min in stilte.

Vragen? kom naar de uitleg tafel. 1 per keer

Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar?
(snelle werkers )
Maak de uitdagende opdrachten; 
- herhalingsopdrachten blz 38 opdr 1 tm 7

LET OP! 
Stoplicht

Slide 22 - Slide

pak je rekenmachine

Slide 23 - Slide

Ik weet aan het eind van deze les:
  1. Wat Directe ruil en indirecte ruil is
  2. Welke Soorten geld er zijn.
  3. Hoe je met geld kan betalen
  4. Rekenen - Hoe je een nieuwe banksaldo moet berekenen.

LET OP!! maak aantekeningen ! 

Slide 24 - Slide

Nieuw saldo berekenen
oud saldo
+ Ontvangsten
- Uitgaven
-----------------
nieuw saldo
+ Positief saldo = Credit Saldo


 - Negatief saldo = Debet Saldo = rood staan          

Slide 25 - Slide

Het oude saldo was € 500. Bereken het nieuwe saldo.

Slide 26 - Open question

NIEUW SALDO BEREKENEN
oud saldo
+ Ontvangsten
- Uitgaven
-----------------
nieuw saldo
-18
       +

Slide 27 - Slide

Aan de slag
d

timer
20:00
Wat ga je doen
Maken van paragraaf 2 
blz 38 

afmaken
Hoe ga je dit maken?


Zelfstandig 

eerste 10 min in stilte.

Vragen? kom naar de uitleg tafel. 1 per keer

Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar?
(snelle werkers )
Maak de uitdagende opdrachten; 
- herhalingsopdrachten blz 38 opdr 1 tm  9

LET OP! 
Stoplicht

Slide 28 - Slide

Afsluiting

Slide 29 - Slide

Lesdoelen
  1. Ik kan de vragen over lesstof paragraaf 2 beantwoorden.
  2. Ik begrijp alle begrippen en kan hierover vragen beantwoorden
  3. Ik kan een nieuw saldo berekenen en heb een voorbeeld in mijn schrift
  4. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.

Slide 30 - Slide

bankbiljetten en munten zijn
A
giraal geld
B
chiraal geld
C
gartaal geld
D
chartaal geld

Slide 31 - Quiz

Blooket
Hoe goed weten wij de begrippen.

SPELEN maar.

Slide 32 - Slide

Wat is GEEN voorbeeld van elektronisch betalen ?
A
Betalen via de computer
B
Betalen via de smartphone
C
Betalen met een bankbiljet
D
Betalen met je pinpas

Slide 33 - Quiz

Wat is directe ruil?
A
Producten uit het buitenland halen
B
Het ruilen van producten tegen geld
C
Het ruilen van producten tegen elkaar
D
Een product kopen in de supermarkt en bij de kassa direct betalen

Slide 34 - Quiz

rustmoment
timer
5:00

Slide 35 - Slide

Geef aan hoe leuk je de les vond.
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

De volgende les wil ik graag....
Meer uitleg
Meer zelfstandig werken
Meer afwisseling in de les
Meer iets actiefs doen
Meer .. (vul zelf in)

Slide 37 - Poll

Huiswerk

§1.2 af en in je schrift.

Neem de spullen die je voor de les nodigt hebt mee?



Slide 38 - Slide

Eindopdracht les
  1. Pak je spullen in.
  2. Blijf zitten
  3. Wacht rustig tot de bel.
  4. Schuif je stoel aan als de bel gaat.

Slide 39 - Slide