Hoofdstuk 3 Getalbegrip, grote getallen en negatieve getallen

Hoofdstuk 3 Getalbegrip, grote getallen en negatieve getallen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 Getalbegrip, grote getallen en negatieve getallen

Slide 1 - Slide




Wat hebben we vorige les besproken?

Slide 2 - Slide

333 : 9 =                                  

284 x 7 =

832 : 13 =

37 x 24 =
!Geen rekenmachine!

Slide 3 - Slide

Leerdoelen:

  • Je kunt de uitspraak van grote getallen en kommagetallen.
  • Je kunt kommagetallen, grote getallen en negatieve getallen rangschikken op grootte.
  • Je kunt rekenen met negatieve getallen
  • Je kunt rekenen in grote getallen in woorden
  • Je kunt optellen, aftrekken vermenigvuldigen en delen met kommagetalen


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide




                              Vragen?

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Wat is de som van -5 en 3 graden Celsius?
A
2 graden Celsius
B
-2 graden Celsius
C
8 graden Celsius
D
-8 graden Celsius

Slide 35 - Quiz

Als het buiten 2 graden Celsius is en het wordt 7 graden kouder, wat is dan de nieuwe temperatuur?
A
-5 graden Celsius
B
-2 graden Celsius
C
5 graden Celsius
D
-9 graden Celsius

Slide 36 - Quiz

Wat is de som van -10 en -3 graden Celsius?
A
-7 graden Celsius
B
13 graden Celsius
C
7 graden Celsius
D
-13 graden Celsius

Slide 37 - Quiz

Als het buiten -2 graden Celsius is en het wordt 5 graden warmer, wat is dan de nieuwe temperatuur?
A
-7 graden Celsius
B
3 graden Celsius
C
-3 graden Celsius
D
7 graden Celsius

Slide 38 - Quiz