H4.3 | Afronden

1 / 41
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel van deze les:

Je kunt decimale getallen afronden.
Je kunt afronden op ronde getallen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is de waarde van het cijfer 5?
50
5000
5
50000
351
50872
15003
2395

Slide 4 - Drag question

Sleep de juiste waarde naar het cijfer in het getal 2345,67.
2
3
4
7
6
5
Duizendtal
Honderdtal
Tiental
Tienden
Honderdsten
Eenheid

Slide 5 - Drag question

grote getallen

1 500 000
A
1,5 miljoen
B
1 miljoen 50 duizend
C
1 miljard 500 miljoen
D
1 miljard 500 duizend

Slide 6 - Quiz

grote getallen

honderdduizend tweeënvijftig
A
1000520
B
100000,52
C
10052
D
100052

Slide 7 - Quiz

grote getallen

1.500.000
A
anderhalf miljoen
B
1 miljoen 500 duizend
C
1 miljard 500 miljoen
D
1 miljard 500 duizend

Slide 8 - Quiz

Grote getallen
14.000.000 spreek je uit als:
A
14 biljoen
B
14 miljard
C
14 miljoen
D
14 duizend

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Hoe moet ik afronden?

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
Rond af op 1 decimaal:
2,345    

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Rond af op 1 decimaal:


Je kijkt alleen naar het getal NA het getal dat je moet afronden. 
2,345    

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
Rond af op 1 decimaal:


Je kijkt alleen naar het getal NA het getal dat je moet afronden. 
2,345    

Slide 15 - Slide

Voorbeeld
Rond af op 1 decimaal:


Je kijkt alleen naar het getal NA het getal dat je moet afronden. 
2,3   45    

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
Rond af op 1 decimaal:


Je kijkt alleen naar het getal NA het getal dat je moet afronden. 
Na het eerste decimaal (de 3) komt de 4.
2,3   45    

Slide 17 - Slide

Voorbeeld
Rond af op 1 decimaal:


Je kijkt alleen naar het getal NA het getal dat je moet afronden. 
Na het eerste decimaal (de 3) komt de 4.
De 4 hoort bij afronden naar beneden, dus ...
2,3   45    

Slide 18 - Slide

Voorbeeld
Rond af op 1 decimaal:


Je kijkt alleen naar het getal NA het getal dat je moet afronden. 
Na het eerste decimaal (de 3) komt de 4.
De 4 hoort bij afronden naar beneden, dus afgerond is het 2,3
2,3   45    

Slide 19 - Slide

Stappenplan afronden:
1. Zet een streep achter de decimalen waarop je af moet ronden.
2. Kijk naar het getal áchter de streep.
3. 5 of hoger ---> voor de streep komt er 1 bij.
     4 of lager ---> het getal voor de streep blijft hetzelfde.
4. De rest van de getallen haal je weg. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Rond af op 1 decimaal:
3,45

Slide 22 - Open question

Rond af op 2 decimalen:
0,345

Slide 23 - Open question

Rond af op één decimaal:
195,44

Slide 24 - Open question

Rond af op twee decimalen:
10,72864

Slide 25 - Open question

Rond af op één decimaal:
196,56

Slide 26 - Open question

Rond af op een heel getal:
995,49

Slide 27 - Open question

Rond af op 2 decimalen:
95,999

Slide 28 - Open question

Rond af op 3 decimalen:
15,9896

Slide 29 - Open question

Rond af op 2 decimalen:
15,9896

Slide 30 - Open question

Rond af op 1 decimalen:
15,9896

Slide 31 - Open question

Rond af op 2 decimalen:
15,9956

Slide 32 - Open question

Rond af op 3 decimalen:
1,2333333

Slide 33 - Open question

Rond af op een heel getal:
95,63

Slide 34 - Open question

Rond af op een heel getal:
185,43

Slide 35 - Open question

Slide 36 - Slide

Doel van deze les:

Je kunt decimale getallen afronden.
Je kunt afronden op ronde getallen.

Slide 37 - Slide

grote getallen

1 500 000
A
1,5 miljoen
B
1 miljoen 50 duizend
C
1 miljard 500 miljoen
D
1 miljard 500 duizend

Slide 38 - Quiz

grote getallen

honderdduizend tweeënvijftig
A
1000520
B
100000,52
C
10052
D
100052

Slide 39 - Quiz

grote getallen

1.500.000
A
anderhalf miljoen
B
1 miljoen 500 duizend
C
1 miljard 500 miljoen
D
1 miljard 500 duizend

Slide 40 - Quiz

Grote getallen
14.000.000 spreek je uit als:
A
14 biljoen
B
14 miljard
C
14 miljoen
D
14 duizend

Slide 41 - Quiz