3e b/k 9-12 laatste week

Als iemand bewusteloos is.....
A
Lekker laten slapen, komt wel weer bij
B
Altijd ademhaling in de gaten houden
C
Blijven aanroepen. Misschien komt die bij
D
Gerust stellen, want dit is gevaarlijk
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Als iemand bewusteloos is.....
A
Lekker laten slapen, komt wel weer bij
B
Altijd ademhaling in de gaten houden
C
Blijven aanroepen. Misschien komt die bij
D
Gerust stellen, want dit is gevaarlijk

Slide 1 - Quiz

Margriet moet een ruimte schoonmaken. In welke volgorde voert ze onderstaande stappen uit?
Zet de stappen in de juiste volgorde.

1. Vensterbanken stoffen
2. Vloer moppen
3. Stofzuigen
4. Ramen lappen
5. Spinnenrag van plafond verwijderen


A
3,1,5,4,2
B
4,5,1,3,2
C
1,3,4,5,2
D
5,4,1,3,2

Slide 2 - Quiz

Wat doet de Arbowet?
A
Regelt dat de werkplek ergonomisch wordt ingericht.
B
Regelt de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemer.
C
Regelt dat er gezonde voeding op de werkplek is.
D
Regelt alle zaken die te maken hebben met veiligheid.

Slide 3 - Quiz

Kijk naar de afbeelding. Wat is dit?
A
Stofzuiger
B
Bezem
C
Mop
D
Stofwisser

Slide 4 - Quiz

Wat betekenen de letters HACCP?
A
Hazard Analysis Critical Concept Points
B
Hazard Identified Critical Control Points
C
Hazard Analysis Critical Control Positions
D
Hazard Analysis and Critical Control Points

Slide 5 - Quiz

Waarom is HACCP belangrijk?
A
ze zorgen voor hygiëne
B
ze zorgen voor regelmaat
C
ze zorgen voor orde
D
ze zorgen voor rust

Slide 6 - Quiz

wat is FiFo
A
first in, first order
B
first in, first out
C
first in, first open
D
first in, first optional

Slide 7 - Quiz

Voor het reinigen van de parketvloer gebruik je:
A
Chloor
B
schoonmaakazijn
C
Soda
D
Polish

Slide 8 - Quiz

Wanneer ben je een goed visitekaartje voor het bedrijf?
A
Als je sterk naar parfum ruikt
B
Als je goed kan printen
C
Als je glimlacht naar klanten
D
Als je veel make-up draagt

Slide 9 - Quiz

Wasvoorschriftsymbolen:
Waar staat het rondje voor?
A
Wassen
B
strijken
C
chemisch wassen/stomen
D
drogen

Slide 10 - Quiz

Op hoeveel graden mag je strijken?
A
60 graden
B
Niet strijken
C
Warm strijken
D
Heet strijken

Slide 11 - Quiz

Is dit een samenstellingsetiket of behandelingsetiket?
A
Samenstellingsetiket
B
Behandelingsetiket

Slide 12 - Quiz