Basisstof 6: Reductiedeling (meiose)

Reductiedeling (meiose)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Reductiedeling (meiose)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat gebeurt er tijdens de plasmagroei?
A
Het cytoplasma deelt zich in tweeën
B
De chromosomen worden korter en dikker
C
De DNA-ketens van elk chromosoom gaan uit elkaar
D
De nieuwe cellen vormen extra cytoplasma en worden groter

Slide 3 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de celdeling?
A
De DNA-ketens rollen zich op in een spiraal
B
De nieuwe cellen vormen extra cytoplasma
C
De chromosomen worden gekopieerd
D
Tussen de kernen van beide dochtercellen ontstaan twee celmembranen

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de kerndeling?
A
De twee DNA-ketens van elk chromosoom gaan uit elkaar
B
De celkern deelt zich in tweeën
C
Het cytoplasma deelt zich in tweeën
D
De celkern wordt verdubbeld

Slide 5 - Quiz

Wat is de eerste stap van de gewone celdeling?
A
Kerndeling
B
Spiraliseren
C
Celdeling
D
Kopiëren

Slide 6 - Quiz

Hoe ontstaan nieuwe cellen?
A
Door celfusie
B
Door celdood
C
Door celdifferentiatie
D
Door celdeling

Slide 7 - Quiz

Reductiedeling (meiose)

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat het doel is van reductiedeling (meiose) en hoe het proces verloopt. 
  • Je kunt de verschillen in de bouw van zaadcellen en eicellen noemen.
  • Je kunt beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen.

Slide 9 - Slide

Het doel van reductiedeling is het vormen van geslachtscellen.

Slide 10 - Slide

De geslachtscellen

Slide 11 - Slide

Reductiedeling (meiose)
  • Een geslachtscel van een mens bevat 23 chromosomen.

  • Dit komt omdat geslachtscellen ontstaan na een speciale celdeling: reductiedeling (=meiose). 

  • Geslachtscellen bevatten maar één chromosoom van elk chromosomenpaar van de moedercel.

Slide 12 - Slide

Reductiedeling 
Meiose zorgt ervoor dat er cellen worden gemaakt die maar de helft van de informatie van de originele cel hebben. 
Een cel maakt eerst kopieën van zijn informatie.
Daarna verdeelt hij de informatie over vier nieuwe cellen.



Slide 13 - Slide

Reductiedeling
Elke van die vier cellen heeft maar de helft van de originele informatie.
Met meiose worden  eicellen en zaadcellen gemaakt.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Overzicht

Slide 16 - Slide

Werkblad
Maak het werkblad over Meiose en verschil tussen Meiose en Mitose.

Klaar? Kijk je antwoorden zelf na.

Slide 17 - Slide

Welke van de volgende uitspraken is juist?
A
Zaadcellen zijn veel kleiner dan eicellen
B
Zaadcellen hebben geen zweepstaart
C
Zaadcellen zijn veel groter dan eicellen
D
Eicellen hebben een zweepstaart

Slide 18 - Quiz

Wat is reductiedeling?
A
Een verandering van geslacht
B
Een speciale celdeling waarbij geslachtscellen ontstaan
C
Een mutatie in het DNA
D
Het is mitose

Slide 19 - Quiz

Aan de slag!
Basisstof 6
- alle basisstof af. 

Klaar?
Lezen  samenvatting Thema 1 



Slide 20 - Slide