This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom 3HB
Vandaag:
- Spelling leerwerk Magister
- Spelling H5
- Kerstquiz
Slide 1 - Slide
Spelling rep.
Leer de theorieblokjes van spelling h1 t/m 5.
Neem ook de opdrachten door die horen bij de theorieblokjes. Oefen met de stof!
Leer ook de andere opdrachten van de hoofdstukken spelling 1 t/m 5. Houd daarbij de opdrachten uit het lesboek aan.
Leer het schema werkwoordspelling op blz. 263 in je boek. Je moet voor de repetitie de volgende werkwoorden juist kunnen spellen: persoonsvorm tegenwoordige tijd; persoonsvorm verleden tijd; voltooid deelwoord; onvoltooid deelwoord; deelwoord bijvoeglijk gebruikt; infinitief.
Slide 2 - Slide
Deze les
'Lastige leestekens'
Aan het eind van de les:
weet je hoe je komma's gebruikt;
weet je hoe je dubbele punten gebruikt;
weet je hoe je aanhalingstekens gebruikt;
weet je hoe je puntkomma's gebruikt.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Huiswerk
Maandag 16 mei:
Spelling H5: opdr. 1 en 2 af
Evt. eindversie betoog inl.
Slide 5 - Slide
Wat weet je nog?
Op de volgende slides krijg je zinnen te zien zonder hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens. Neem de zinnen over en gebruik hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens.
Slide 6 - Slide
ha vincent zei ilonka wat gezellig dat je er weer bent
Slide 7 - Open question
bij de italiaan staat van alles op het menu pizza pasta en tiramisu
Slide 8 - Open question
Als ik straks op vakantie ben ga ik eindelijk dat boek lezen daar kijk ik al weken naar uit
Slide 9 - Open question
De assistente zei De dokter is nog even bezig dus neemt u plaats in de wachtkamer
Slide 10 - Open question
Weet je dat je het woord super ontzettend vaak gebruikt Cynthia
Slide 11 - Open question
Jelke ga je vanmiddag met ons mee vroeg Mette aan haar vriendin
Slide 12 - Open question
Lastige leestekens
Komma: geeft een rust in de zin aan.
voor of na een aanspreking: Maud, wil je mij de boter aangeven?
tussen de delen van een opsomming: Morgen ga ik fietsen, wandelen en zwemmen.
tussen twee persoonsvormen: Omdat de kraan al een tijdje lekt, heb ik de loodgieter gebeld.
tussen de hoofdzin en een bijzin, als de delen lang zijn: Joppe gaat naar Frankrijk op vakantie, omdat hij van het weer houdt.
voor en achter een bijstelling: Pablo Picasso, de beroemde schilder overleed in 1973.
Slide 13 - Slide
Lastige leestekens
Dubbele punt: kondigt iets aan.
een citaat (directe rede): De jongen vroeg: 'Waar is het zwembad?'
een gedachte: Toen Lara naar buiten keek, dacht ze: ik wacht wel tot de bui over is.
een opsomming: Alinda leest van alles: romans, thrillers en stripboeken.
een uitleg of toelichting: Helaas gaat de picknick morgen niet door: het wordt slecht weer.
Slide 14 - Slide
Lastige leestekens
Puntkomma:
tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen: Sep heeft een bijbaantje in het zwembad; hij wil later badmeester worden.
de afsluiting van de onderdelen van lange opsommingen die onder elkaar staan. Het laatste onderdeel krijgt als afsluiting een punt.
De opdracht is als volgt: - kies een boek; - schrijf een samenvatting; - presenteer de samenvatting.
Slide 15 - Slide
Lastige leestekens
Aanhalingstekens:
bij citaten:
'Ik kan vanavond niet mee', zei Anton. 'Ik moet werken.' 'Als je meedoet met het toernooi,' vertelde Colin, 'moet je je wel opgeven.' 'Fiets jij mee?', vroeg Dieke aan Cas.
als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis: Het woord 'ijs' doet me aan de zomer denken.
als het woord op een speciale manier gebruikt wordt: De agent zei dat hij die 'lieve jongen' wel zou inrekenen.
Slide 16 - Slide
Aan de slag!
Maak eerst zelfstandig opdr. 1 en 2 van Spelling H5.
Check daarna nogmaals (m.b.v. de theorie) jouw betoog op leestekens.
Lever het betoog in als je tevreden bent. Maak duidelijk welk bestand jouw eindversie is.