A3 - Cours 31 | Toetsstof & Lecture

Bienvenue au cours de français!
- Madame Geluk
Vous avez quel âge ?
> J'ai ...............
Il est quel jour ?
>  Il est ..............
Il est quelle heure ?
> Il est .........
Aan het einde van deze les .....
  • ... weet ik wat de toetsstof is voor de Frans repetitie in de toetsweek.
  • ... heb ik geoefend met examenteksten en kan ik dat gebruiken als voorbereiding.
Le Monde.fr
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bienvenue au cours de français!
- Madame Geluk
Vous avez quel âge ?
> J'ai ...............
Il est quel jour ?
>  Il est ..............
Il est quelle heure ?
> Il est .........
Aan het einde van deze les .....
  • ... weet ik wat de toetsstof is voor de Frans repetitie in de toetsweek.
  • ... heb ik geoefend met examenteksten en kan ik dat gebruiken als voorbereiding.
Le Monde.fr

Slide 1 - Slide

Le programme
  • Contenu d'épreuve [5 min]
  • Explication: Lecture [5 min]
  • Lisez: textes 1+ 2 [10 min]
  • Corrigez: textes 1+2 [5 min]
Les devoirs  - mercredi
> Vocabulaire "Dans un magasin de vêtements"
> Textes 1,2,3,4 & questions 1-6

Slide 2 - Slide

Contenu d'épreuve
  • +/- 50% Leestoets
  • +/- 50% Vocabulaire Taaldorp (NL>FR / FR>NL)
> Hulpzinnen, p.2
> À l'office de Tourisme, p.13-14
> Au bureau de police, p.38-40
> À l'hôtel, p. 44-45
> Dans un magasin de vêtements, p.48-50

Slide 3 - Slide

Lisez les textes
  • Tekst 1 -  'Vive la tour Eiffel'
  • Tekst 2 - 'Miniroulés'
  • Tekst 3 - 'Une tente en carton'
  • Tekst 4 - 'Un paradis pour les paresseux'


Questions 1-6.
Mots connecteurs
  • D'après = volgens
  • Après = na
  • D'abord = eerst
  • Puis = vervolgens
  • Ensuite = vervolgens
  • Enfin = ten slotte
  • d'ailleurs = overigens
  • Pour = voor / om te
  • Par exemple = bijv.
  • Pourtant = toch/echter

Les textes
Les questions
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Les objectifs d'apprentissage
Aan het einde van deze les ...
... weet ik wat de toetsstof is voor de Frans repetitie in de toetsweek.
... heb ik geoefend met examenteksten en kan ik dat gebruiken als voorbereiding.
Verlaten klaslokaal:
> spullen opruimen 
> tafel recht
> Stoel aanschuiven

Slide 5 - Slide

Quizlet Live!
Ga naar www.quizlet.live
of naar de Quizlet App



Slide 6 - Slide

Corrigez 'À l'hôtel' p.42-43
  • In de volgende dia's vul je jouw antwoorden op Chez le docteur in.
  • Klik op 'Toelichting' en je krijgt het juiste antwoord.
  • Docent kan feedback geven in LessonUp.
  • Specifieke vraag? Stel in de Hangout.


Slide 7 - Slide

1. Je groet de receptionist en je vraagt of je stoort.


Slide 8 - Open question

> Bonjour monsieur/madame. Non, vous ne dérangez pas du tout. Est-ce que je peux vous aider?

2. Je vraagt of hij/zij nog een kamer vrij heeft voor twee personen. Jullie willen twee nachten blijven.

Slide 9 - Open question

> Oui. C'est possible. Est-ce que vous préférez une chambre avec douche ou avec bain?

3. Je zegt dat je liever een goedkope kamer hebt met douche.

Slide 10 - Open question

> D'accord, j'ai une chambre au deuxième étage et une chambre au troisième étage. Quelle chambre vous préférez?

4. Je zegt dat je liever de kamer hebt op de 2e verdieping. Je wilt graag een rustige kamer en je vraagt of de kamer uitkijkt op de straat.

Slide 11 - Open question

> Non, la chambre donne sur la cour. C'est une chambre très calme.

5. Je vraagt wat de prijs is van de kamer.

Slide 12 - Open question

> Le prix de la chambre est de 60 euros par nuit pour deux personnes. C'est bon?

6. Je zegt dat het goed is en je vraagt of het ontbijt bij de prijs is inbegrepen.

Slide 13 - Open question

> Non, je suis désolé(e), mais le petit-déjeuner n'est pas compris.

7. Je vraagt of je het ontbijt misschien op je kamer kunt krijgen.

Slide 14 - Open question

> Oui, pas de problème! Alors, il faut remplir cette fiche. Est-ce que vous pouvez me donner votre nom, votre date de naissance, votre domicile et votre nationalité?

8. Je beantwoordt de vragen van de receptionist(e) .

Slide 15 - Open question

> Merci, c'est noté. Est-ce que vous avez encore des questions en ce moment?

9. Je wilt weten tot hoe laat het hotel nog open is. Je wilt nog uitgaan in de staan.

Slide 16 - Open question

> L'hôtel est ouvert jusqu'à minuit. Et voilà la clé de votre chambre.

10. Je bedankt en wenst de receptionist(e) nog een prettige dag.

> Merci à vous et bonne journée aussi!

Slide 17 - Open question

Quizlet Live!
Ga naar www.quizlet.live
of naar de Quizlet App



Slide 18 - Slide

Verbuga.eu
> Tijden (temps): présent , passé composé & imparfait
> Verbes irréguliers: avoir, être, faire, aller, vouloir
> Verbes réguliers: parler, finir & vendre
timer
5:00

Slide 19 - Slide

Les moyens à utiliser

Slide 20 - Slide