01 intro welkom studietips gedrag van de fa

1 / 39
next
Slide 1: Slide
Inleiding Wft BasisMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Noem een voorbeeld van een aanbieder van financiële diensten.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Je mag altijd meedoen aan de voortgangstoets
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Waar kun je de planning vinden van Financiële dienstverlening 1?
A
De planning is niet beschikbaar voor studenten
B
In het Planningsboekje
C
In Teams
D
De planning is aan de studenten gemaild

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Als ik het examen Wft Basis NIET haal, kan ik nog steeds makkelijk een stageplaats vinden in de Financiële dienstverlening.
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wat versta jij onder integer gedrag?



timer
1:00

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Belangrijk is, dat de adviseur zich altijd bewust is van zijn professionele rol en van het doel.
Wat is dat doel?
A
Het doel is om zijn klant te voorzien van het beste advies
B
Het doel is om zijn klant te voorzien van een advies waarbij de adviseur ook geld verdient aan elke klant voor het bedrijf waarvoor hij werkzaam is.
C
Het doel is om zijn klant te voorzien van het beste advies en altijd een soort vriend te worden van de klant.
D
Het doel is om zijn klant te voorzien van het beste advies. Als de adviseur zich hierbij incidenteel niet aan de regels houdt is dat niet erg.

Slide 31 - Quiz

Twee stellingen. Geef aan of een stelling juist of onjuist is.

1. Het centraal stellen van de klant en het centraal stellen van het klantbelang zijn hetzelfde.

2. Een adviseur is niet alleen een professional maar ook een vertrouwenspersoon.
A
1. Juist 2. Juist
B
1. Juist 2. Onjuist
C
1. Onjuist 2. Juist
D
1. Onjuist 2. Onjuist

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Binnen de financiële dienstverlening is er sprake van "advies" als
A
een medewerker een klant om zijn identiteitsbewijs vraagt
B
een medewerker een klant het belastingstelsel uitlegt
C
een medewerker een concrete aanbeveling van een specifiek product aan een specifieke klant doet
D
een medewerker de adreswijziging van de klant in de systemen verwerkt

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide