medicatie les 2, werking en bijwerking

Medicatie werking en bijwerking
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Medicatie werking en bijwerking

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Medicatie uitdelen
  • Zorg er altijd voor dat de cliënt het medicament inneemt
  • Rapporteer onmiddellijk als een cliënt medicatie niet kan innemen
  • Geef niet zomaar op eigen initiatief een cliënt medicatie --> wisselwerking is belangrijk (Farmacodynamica)

  • Deel medicatie alleen uit
  • Laat je niet storen
  • Loop niet tussendoor weg
  • Werk hygiënisch
  • Reik aan met water (geen melkproducten)

Slide 2 - Slide

De farmacodynamiek (ook wel farmacodynamie) is een begrip uit de farmacologie. Het beschrijft de wijze waarop, en werkingsmechanismen waarmee de effecten van een toegediend geneesmiddel (of beter gezegd, het werkzame bestanddeel daarvan, het farmacon) aan het lichaam tot stand komen.
Beoordeling Eigen beheer Medicatie (BEM)
Doel: hulpmiddel om in te schatten wat zorgvrager nog zelf kan 
  • Zorgvrager krijgt na gesprek over hij/zij nog zelf kan een Bem code
  • Code van 1-7 (1=volledig zelfstandig en 7 volledige hulp )

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De regel van 5...
Juiste...           zorgvrager
Juiste...           medicijn
Juiste...           tijdstip
Juiste...           toedieningsroute
Juiste...           dosering

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

symptoombestrijders
Causale werking
(genezing)
Te kort aanvullen
(vervanging)
Profylactische werking
(preventie)
Placebo

Antibiotica

wetenschappelijke 
doeleinden

paracetamol

de pil / vaccinatie

ijzer of vitaminen

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Wat kan er mis gaan...?

Meest voorkomende fouten in de praktijk:
- Verkeerde medicatie gegeven
- Verkeerde patiënt
- Niet gegeven / vergeten
- Niet afgetekend, wel gegeven 
- Niet goed weten wat je geeft, 
   verkeerde uitleg gegeven

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

(Medicatie)fouten melden
  • De zorgaanbieder is verplicht om incidenten te registreren
  • (incident: fout of onbedoelde gebeurtenis tijdens de zorg)
  • Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)
  • Doel Wkkgz: te leren van incidenten en calamiteiten die hebben plaatsgevonden en de kwaliteit van veiligheid en zorg te verbeteren
  • Daarom is elke zorgaanbieder verplicht om een systeem te hebben voor Veilig Incident Melden (VIM)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bijwerkingen
  • Een ongewenst effect dat ontstaat als gevolg van het gebruik van het middel
  • Het optreden van bijwerkingen is niet altijd een teken van overdosering. Soms zijn bijwerkingen onvermijdelijk
  • Zowel het optreden van het gewenste effect als het optreden van bijwerkingen zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van de dosering
  • vaak onprettig maar niet altijd....

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verslaving
  • Bij verslaving is 'willen' veranderd in 'moeten'. een ander woord voor verslaving is 'afhankelijkheid'. Afhankelijk kun je opdelen in geestelijke en lichamelijke afhankelijkheid. Hierbij verlangt de gebruiker steeds sterker naar het middel en voelt zich eigenlijk niet meer prettig zonder.

  • Drugs kan worden ingedeeld in:
- stimulerend 
- verdovend
- bewustzijn veranderend

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opiaten
  • Stoffen uit de zaaddoos van de papaver
  • Voorbeelden zijn; Morfine en Codeïne
  • Bewaren achter "slot en grendel"
  • Registratie bij uitgifte
  • Dubbel noteren, opiatenlijst maar ook op medicatielijst

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

EEN MEDICATIEFOUT..
A
is menselijk
B
kan echt niet

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoofdgroepen van medicatie
  • Analgetica: Pijnstillers 
De pijnladder van WHO: wat is de juiste volgorde:
1. Zwakwerkend opiaat (tramadol) samen met een eenvoudige pijnstiller.
2. Injectie met sterk werkende opioïde. 
3. Eenvoudige pijnstiller (Panadol, Aspirine, Brufen (NSAID)) 
4. Eenvoudige pijnstiller met sterk werkend opiaat 


Slide 12 - Slide

3, 1, 4, 2 
Hoofdgroepen van medicatie
  • Anticoagulantia (Anti-trombosemiddelen) [Antistollingsmiddelen maar ook bloedverdunners zoals bijv. Ascal]
  • Anti-epileptica (Bloedspiegel is belangrijk)
  • Biologicals (Biologische ontstekingsremmers uit natuurlijke eiwitten)
  • Corticosteroïden (Ontstekingsremmers vaak bij auto-immuun ziektes, reuma, astma) 
  • Cytostatica (tegen allerlei vormen van kanker)
  • Diuretica (medicatie die de urine productie bevorderen)
  • Hormonen 
  • Hypnotica (slaapmiddelen)
  • Laxantia (laxeermiddelen) Let op gewenning



Slide 13 - Slide

3, 1, 4, 2 
Opdracht
Het lijstje met medicatie invullen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hoofdgroepen van medicatie
  • Maagmiddelen (Maagzuur bindend of maagwand beschermend)
  • Bloedarmoede behandelend 
  • Bloeddruk beïnvloedend  (bloeddruk verhogend of bloeddruk verlagend) [LET OP: nooit abrupt stoppen, altijd afbouwen!)
  • Middelen tegen diarree (Remmen de snelheid van de darmwerking)
  • Middelen voor hart en bloedsomloop (pompwerking versterkend, Anti-aritmische stoffen, Anti-angina pectoris)
  • Middelen voor de bovenste luchtwegen (Otrivin, mentol, fysiologisch zout, evt. antibiotica))
  • Middelen voor de onderste luchtwegen (longblaasjes wijder maken, inhalator)
  • Middelen tegen overgevoeligheid
  • Parkinsonmiddelen
  • Psychofarmaca (depressiviteit, hyperactiviteit) Hebben een geestdempend effect
  • Vitaminen

Slide 15 - Slide

3, 1, 4, 2 
Opdracht
Het lijstje met medicatie invullen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De werking van medicatie is afhankelijk van

Slide 17 - Open question

De dosering
Leeftijd en gewicht van de cliënt
Voedingstoestand van de cliënt
Ernst van de aandoening en andere klachten van de cliënt
Effecten van combinaties met andere geneesmiddelen
Therapie trouwheid van de cliënt
Bijwerkingen
  • Acute reactie (directe reactie van het lichaam op  een stof bijv. braken, tranende ogen of ernstiger.)
  • overgevoeligheidsreactie (minder snelle reactie van het lichaam bijv. jeuk, verkleuring, braken)
  • invloed op het dagelijks functioneren (rijvaardigheid)
  • resistent worden (weerstand opbouwen tegen medicatie bijv. antibiotica)
  • cumulatie (ophoping) van de medicatie. Er ontstaat een versterkte werking bij gelijkblijvende dosis)
  • verslaving (Het moeten hebben van iets)
  • gewenning (steeds meer moeten hebben van iets voor dezelfde werking)
  • nadelige invloeden tijdens zwangerschap
  • onderlinge beïnvloeding voeding en medicatie
  • Bij sommige medicatie: slaperigheid, minder eetlust, vermoeidheid

Bij sommige medicatie of toedieningsvormen moet je medisch kunnen rekenen. Als MZ afgestudeerde valt dit buiten je taken!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voorstel
  1. Na de vakantie de toets maken, eventuele herkansing in week 9
  2. Na de vakantie nog vragen beantwoorden, week 9 de toets eventuele herkansing in de gele week. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions