AE-5 Les 2

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Voorbeeld: overschot op de BB
Wanneer een land een overschot op de betalingsbalans heeft, ontvangt het land meer geld uit het buitenland dan dat zij in die periode moet betalen aan het buitenland. 
Er wordt dan per saldo geld ontvangen uit het buitenland.

Slide 8 - Slide

Iedereen die geld ontvangt uit het buitenland wil graag betaald worden in de eigen munt. Daarom moet het buitenland haar eigen munten omruilen. Die vreemde valuta komen op die manier terecht in de valutareserve bij de Centrale Bank.

Slide 9 - Slide

Voorbeeld: tekort op de BB
Wanneer een land een tekort op de betalingsbalans heeft, moet het in die periode meer betalen aan het buitenland dan zij in die periode ontvangen heeft uit het buitenland. 
Er moet dus per saldo betaald worden aan het buitenland.

Slide 10 - Slide

Voor die betaling aan het buitenland moet het land de munt hebben van degene die het geld wil ontvangen.
Die vreemde valuta zitten in de valutareserve bij de Centrale Bank.
Een land kan daarom niet permanent een tekort op de betalingsbalans hebben, omdat op een gegeven moment de voorraad vreemd geld opraakt. Een tekort kan dan alleen nog maar als het andere land het accepteert als een schuld.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Kapitaalbalans is een onderdeel van de lopende rekening
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 16 - Quiz

Als de importwaarde groter is dan de exportwaarde op je betalingsbalans dan heb je:
A
een overschot op de betalingsbalans
B
een tekort op de betalingsbalans
C
een evenwicht op de betalingsbalans

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Is er sprake van formeel evenwicht?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Is er sprake van materieel evenwicht?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Is er sprake van een BB-overschot of een BB-tekort?
A
overschot
B
tekort

Slide 23 - Quiz

§4.4 Internationale samenwerking

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Waar houdt het IMF zich mee bezig?
A
Bevorderen wisselkoersstabiliteit
B
Vrij internationaal betalingsverkeer
C
Geld lenen aan landen in financiële problemen
D
Bewaken vrede

Slide 28 - Quiz

De wereldbank helpt bij
A
het verstrekken van voedsel
B
het verstrekken van leningen

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide