H20 Planten herhaling

1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen primaire en secundaire successie?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Toen de tak nog aan de boom zat, zijn door deze tak water en zouten naar de bladeren vervoerd.
Onder invloed van welke krachten zijn water en zouten naar de bladeren vervoerd?
A
alleen door de capillaire werking
B
alleen door de worteldruk en door de zuigkracht van de bladeren
C
door de capillaire werking, door de worteldruk en door de zuigkracht van de bladeren
D
door geen van deze factoren

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

De spechten hakken de gaten tot in het hout. In een bepaald seizoen blijken uit het hout van de bladverliezende loofbomen organische voedingsstoffen te stromen die via de houtvaten omhoog worden vervoerd.
In welk seizoen is dit het geval?
A
in het voorjaar
B
in de herfst
C
in de zomer

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Als de druk (turgor) in de sluitcellen van de huidmondjes toeneemt, gaan de huidmondjes
A
open
B
dicht

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Men kan de brutoreactievergelijking van de lichtreacties bij de fotosynthese als volgt weergeven:

12 H2O + 12 NADP+ + n ADP + n Pi --> 12 NADPH + 12 H+ + 6 O2 + n ATP

Het resultaat van de “donkerreacties” kan dan weergegeven worden door:
A
6 CO2 + 12 NADPH+ + 12 H+ + n ATP --> C6H12O6 + 12 NADP+ + 6 H2O + n ADP + n Pi
B
6 CO2 + 12 H2O + n ATP --> C6H12O6 + 6 O2 + 6 H2O + n ADP + n Pi
C
C6H12O6 + 12 NADP+ + 12 H2O + n ADP + n PI --> 6 CO2 + 12 NADPH+ + 12 H+ + n ATP
D
12 NADPH+ + 12 H+ + 6 O2 + n ATP -->; 6 CO2 + 12 H2O + 12 NADP+ + 12 H+ + n ADP + n PI

Slide 11 - Quiz

Een plant die in het licht staat:
A
verbruikt meer water dan wanneer ze in het donker staat
B
produceert geen ATP
C
produceert meer koolstofdioxide dan wanneer ze in het donker staat
D
verbruikt geen ATP

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Is de bij de fotosynthese vrijkomend zuurstofgas afkomstig van CO2 of van H2O?

Is dit zuurstofgas ontstaan bij de lichtreacties of in de Calvincyclus?
A
het is afkomstig van water en het is ontstaan tijdens de Calvincyclus
B
het is afkomstig van water en het is ontstaan tijdens de lichtreacties
C
het is afkomstig van koolstofdioxide en het is ontstaan tijdens de Calvincyclus
D
het is afkomstig van koolstofdioxide en het is ontstaan tijdens de lichtreacties

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Welk enzym speelt zowel een rol in de oxidatieve fosforylering als in de lichtreactie?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

waarom wordt de afgifte van CO2 in het donker bepaald?
A
Zo wordt alleen de nettoproductie van CO2 gemeten
B
zo krijg je een maat voor de assimilatie-activiteit van de plant
C
zo krijg je een maat voor de dissimilatie-activiteit van de plant
D
zo wordt het verschil tussen bruto- en netto productie van CO2 gemeten

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Over de vorming van zetmeel in een plant worden de volgende beweringen gedaan, welke is juist?
1 Bij de vorming van zetmeel uit organische stoffen wordt geen lichtenergie gebruikt.
2 De vorming van zetmeel vindt plaats in cellen met bladgroen.
3 Het gevormde zetmeel wordt via de bastvaten naar de wortels getransporteerd.
A
Bij de vorming van zetmeel uit organische stoffen wordt geen lichtenergie gebruikt.
B
De vorming van zetmeel vindt alleen plaats in cellen met bladgroen.
C
Het gevormde zetmeel wordt via de bastvaten naar de wortels getransporteerd.

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

1) de transportrichting in houtvaten is altijd van beneden naar boven
2)het transport in bastvaten is altijd van boven naar beneden
Welke bewering(en) is/zijn juist?
A
1 juist 2 onjuist
B
1 juist 2 juist
C
1 onjuist 2 juist
D
1 onjuist 2 onjuist

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

In welke laag wordt de grootste BPP per mm3 gemeten?
A
cuticula
B
epidermis
C
pallisadeparenchym
D
sponsparenchym

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

op een warme zomerse dag, wordt bij veel planten de fotosynthese geremd tussen 12 en 16u, omdat de volgende factor dan beperkend is...
A
koolstofdioxide
B
pH
C
verlichtingssterkte
D
nitraat

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Het compensatiepunt is de lichtintensiteit waarbij de dissimilatie en de fotosynthese met elkaar in evenwicht zijn. In dit punt (Q) is de CO2-productie........de CO2-opname. Wat staat er op de stippellijn?
A
groter dan
B
kleiner dan
C
gelijk aan

Slide 39 - Quiz