Havo 5 Planten Examentraining

1 / 49
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide



Celmembraan
Primaire celwand - Cellulose 
Secundaire celwand - Houtstof of kurk
Middenlamel - Pectine 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welke gassen hebben planten nodig?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Zuurstof en koolstofdioxide
D
Geen van beide

Slide 9 - Quiz

Waarvoor hebben planten deze gassen nodig?
A
Fotosynthese
B
Verbranding
C
Fotosynthese en verbranding

Slide 10 - Quiz

Wanneer op de dag vindt fotosynthese plaats?
A
In de nacht
B
Bij voldoende licht
C
Altijd

Slide 11 - Quiz

Wanneer op de dag vindt verbranding plaats in planten?
A
In de nacht
B
Bij voldoende licht
C
Altijd

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoeveel moleculen CO2 worden gebruikt bij de vorming van 1 glucose molecuul?

Slide 16 - Open question

Waarvan is een O - atoom in een zetmeel molecuul van een wortel van een plant afkomstig?
A
CO2 uit de lucht
B
O2 uit de lucht
C
H2O uit de bodem
D
SO4 uit de bodem

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat gebeurt er met een plant die in groen licht staat? (Als, dan, dus)

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Planten - Deel 2
Hoe zijn de bladeren opgebouwd?
Wat doen de houtvaten en bastvaten?

Slide 25 - Slide

Wat is het verschil tussen bestuiving en bevruchting?

Slide 26 - Open question

Of rechtstreeks uit de lucht

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Als de huidmondjes van een plant niet dicht zouden gaan, dan
A
Kan een plant niet meer aan verbranding doen
B
Krijgt een plant teveel water binnen
C
Verliest een plant veel water
D
Kan een plant niet meer aan fotosynthese doen

Slide 31 - Quiz

Bij droogte gaan de huidmondjes dicht. Dit heeft als nadeel ...
A
dat de plant geen O2 meer kan opnemen
B
dat de plant geen CO2 meer kan opnemen
C
dat er minder H2O naar de bladeren gaat
D
dat de plant uitdroogt

Slide 32 - Quiz

Watertransport
Uit de vorige vraag bleek dat als de huidmondjes dichtgaan, er minder watertransport is. 
De verdamping via de huidmondjes hebben een aanzuigende werking. 

Slide 33 - Slide

Vaten in een plant
Houtvaten: Water en zouten

Bastvaten: Suikers (denk aan Basterdsuiker)

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Worteldruk:

Slide 37 - Slide

Onder invloed van welke krachten worden water en zouten naar de bladeren vervoerd?
A
alleen door de capillaire werking
B
alleen door de worteldruk en door de zuigkracht van de bladeren
C
door de capillaire werking, door de worteldruk en door de zuigkracht van de bladeren
D
door geen van deze factoren

Slide 38 - Quiz

Via welke vaten stromen organische stoffen vanuit de bladeren naar de stengel en wortels?
A
Houtvaten
B
Bastvaten
C
Houtvaten en bastvaten
D
Wortelvaten

Slide 39 - Quiz

In een bepaald seizoen blijken in de bast van bladverliezende loofbomen organische voedingsstoffen te stromen, die via de houtvaten omhoog worden vervoerd.
In welk seizoen is dit het geval?
A
in het voorjaar
B
in de herfst
C
in de zomer

Slide 40 - Quiz

Over de vorming van zetmeel in een plant worden de volgende beweringen gedaan, welke is juist?
1 Bij de vorming van zetmeel uit organische stoffen wordt geen lichtenergie gebruikt.
2 De vorming van zetmeel vindt plaats in cellen met bladgroen.
3 Het gevormde zetmeel wordt via de bastvaten naar de wortels getransporteerd.
A
Bij de vorming van zetmeel uit organische stoffen wordt geen lichtenergie gebruikt.
B
De vorming van zetmeel vindt alleen plaats in cellen met bladgroen.
C
Het gevormde zetmeel wordt via de bastvaten naar de wortels getransporteerd.

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

op een warme zomerse dag, wordt bij veel planten de fotosynthese geremd tussen 12 en 16u, omdat de volgende factor dan beperkend is...
A
koolstofdioxide
B
pH
C
verlichtingssterkte
D
nitraat

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Slide

Het compensatiepunt is de lichtintensiteit waarbij de dissimilatie en de fotosynthese met elkaar in evenwicht zijn. In dit punt (Q) is de CO2-productie........de CO2-opname. Wat staat er op de stippellijn?
A
groter dan
B
kleiner dan
C
gelijk aan

Slide 46 - Quiz

Een rijstplant kan onder water groeien. Als een rijstplant langdurig onder water groeit, reageert hij door een versnelde lengtegroei. Deze reactie is voor de plant voordelig. Leg dat uit aan de hand van een stofwisselingsproces dat onder water slechter verloopt dan boven water.

Slide 47 - Open question

Een hennepplant heeft alleen mannelijke of alleen vrouwelijke bloemen.
De mannelijke bloemen van hennep produceren heel veel stuifmeel dat
glad en niet kleverig is. Uit deze gegevens kun je concluderen of hennepplanten nectar produceren.
Produceren hennepplanten nectar? En zo ja, welke planten?

Slide 48 - Open question

Door gangen te boren in de stengel van een maïsplant verstoren de rupsen het vervoer van water, mineralen en suikers. Verstoort de Europese maïsboorder het vervoer in de bastvaten? En in de houtvaten?

Slide 49 - Open question