Toetsvoorbereiding - Oefenvragen MM H1

Toetsvoorbereiding
Irene Oosterwijk / Rinske Hokwerda
1 november toets Hoofdstuk 1
Deze week: 
Voorbereiden op de toets
Laatste les deze week vervalt

Stof:
Boek MM H1
LessonUp 2 t/m 20
Aantekeningen Bedrijfskolom
De opdrachten
Oefenen
1 / 47
next
Slide 1: Slide
MarketingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Toetsvoorbereiding
Irene Oosterwijk / Rinske Hokwerda
1 november toets Hoofdstuk 1
Deze week: 
Voorbereiden op de toets
Laatste les deze week vervalt

Stof:
Boek MM H1
LessonUp 2 t/m 20
Aantekeningen Bedrijfskolom
De opdrachten
Oefenen

Slide 1 - Slide

Toetsvoorbereiding
Irene Oosterwijk / Rinske Hokwerda
Oefenvragen MM hoofdstuk 1a

  • Marktbenadering
  • Vraag 
  • Marktvormen
  • Segmentatiecriteria

Oefenen

Slide 2 - Slide

Vooraf
Leer eerst de lesstof over de onderwerpen. Probeer daarna de vragen te beantwoorden zonder boek of andere hulpmiddelen.
Als je je antwoord hebt gegeven, kun je deze gelijk controleren.

Veel vragen goed? Ga dan door met de volgende onderwerpen.
Is het nog lastig? Bestudeer de stof dan nog een keer en probeer het later weer!

Heel veel succes!

Slide 3 - Slide

Wat is marketing?

Slide 4 - Open question

Beschrijf in je eigen woorden wat 'marketingconcept' betekent.

Slide 5 - Open question

Een bedrijf voor keukeninrichting denkt dat de verkoop wel weer omhoog zal gaan, nu er meer vertegenwoordigers zijn aangenomen.
Met welke marktbenadering worden de producten aangeboden?

Slide 6 - Open question

Door de grote schaalvoordelen kunnen de grote rederijen de prijs van containervervoer laag houden.
Met welke marktbenadering worden de producten aangeboden?

Slide 7 - Open question

In Tanzania werken veel ondernemingen volgens het productieconcept. Leg uit hoe dat komt.

Slide 8 - Open question

Als er eenmaal een kopersmarkt is, moeten bedrijven wel vanuit het marketingconcept gaan werken.
Verklaar waarom.

Slide 9 - Open question

Geef het ontbrekende woord:
“Lekker ijs, wil je dat weer op het lijstje zetten voor volgende week?”
Dit is een ………………... vraag.

Slide 10 - Open question

De vraag naar Levi spijkerbroeken is een voorbeeld van
de ....... vraag

Slide 11 - Open question

“Het afgelopen jaar kochten 1 miljoen mensen voor het eerst een smartphone, terwijl 0,2 miljoen mensen een tweede exemplaar aanschaften. Samen dus 1,2 miljoen stuks.”
Die 1,2 miljoen stuks vormen de: ........ vraag

Slide 12 - Open question

In een bepaald jaar was de initiële vraag naar product X 20.000, de vervangingsvraag 5.000 stuks en de potentiele vraag 100.000 stuks. De effectieve vraag naar product X was in dat jaar:

Slide 13 - Open question

Afgelopen jaar werden er een half miljoen zelfrijdende auto’s verkocht, maar er zijn nog zeker tien miljoen mogelijke klanten die er nog geen hebben. De verwachting is dat die gedurende de komende tien jaar tot aanschaf kunnen overgaan. Bereken het marktpotentieel voor het komende jaar.

Slide 14 - Open question

Om aan het nieuwste model Tesla te komen moet de koper zich op een wachtlijst laten zetten en een reserveringsbedrag van € 1.000,- neertellen.

Gaat het hier over een kopersmarkt of een verkopersmarkt? Verklaar je antwoord.

Slide 15 - Open question

Supermarkten in Nederland: er zijn slechts enkele grote spelers en een paar hele kleine ketens. Zij verkopen natuurlijk dezelfde producten, maar proberen door spaaracties klanten te binden.

Van welke marktvorm is hier sprake? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open question

Welke marktvorm heeft de markt waarop graanboeren actief zijn?

Slide 17 - Open question

Er zijn in Nederland heel veel bedrijven die pasta (macaroni, spaghetti, lasagna en dergelijke) produceren. Ze proberen allemaal om van hun product net iets anders te maken dan dat van hun concurrenten.

Van welke marktvorm is hier sprake?

Slide 18 - Open question

Welke marktvorm heeft de markt voor wasmiddelen?

Slide 19 - Open question

Wat heeft toetreding te maken met de doorzichtigheid (transparantie) van een markt?

Slide 20 - Open question

Wat is segmenteren?

Slide 21 - Open question

Een speelgoedzaak heeft als doelgroep: mensen tussen de
20-35, die geïnteresseerd zijn in gezelschapsspellen.

Welke twee segmentatiecriteria worden gebruikt?

Slide 22 - Open question

Noem drie specifieke B2B-segmentatiecriteria.

Slide 23 - Open question

Een bedrijf biedt in de gemeente Alblasserdam bijles aan tegen een gereduceerd tarief. Dit tarief geldt voor een groep kinderen in de leeftijd van 8 t/m 12 jaar, van wie de ouders minder vermogend zijn en het inkomen onder een bepaalde grens ligt.
Welke segmentatiecriteria worden toegepast?

Slide 24 - Open question

Weekblad Voetbal International (VI) wil nieuwe abonnees werven en probeert daartoe specifiek voetballiefhebbers te benaderen. Deze groep krijgt een speciaal prijsaanbod voorgelegd om ze daarmee lid te maken.

Van welke vorm van segmentatie heeft VI gebruik gemaakt?

Slide 25 - Open question

Wat is de definitie van marktpositie?

Slide 26 - Open question

Toetsvoorbereiding
Irene Oosterwijk / Rinske Hokwerda
Oefenvragen MM hoofdstuk 1b

  • Productlevenscyclus
  • Kopersgroepen
  • Koopgedrag
  •  Bedrijfskolom
Oefenen

Slide 27 - Slide

Vooraf
Leer eerst de lesstof over de onderwerpen. Probeer daarna de vragen te beantwoorden zonder boek of andere hulpmiddelen.
Als je je antwoord hebt gegeven, kun je deze gelijk controleren.

Veel vragen goed? Ga dan door met de volgende onderwerpen.
Is het nog lastig? Bestudeer de stof dan nog een keer en probeer het later weer!

Heel veel succes!

Slide 28 - Slide

Waarom is het voor een bedrijf belangrijk om te weten in welke fase van de PLC het product zich bevindt?

Slide 29 - Open question

Welke fase volgt er na de verzadigsfase in de PLC?

Slide 30 - Open question

Er is een samenhang tussen de fase van de productlevenscyclus en de kopersgroep(en).

In welke fases van de PLC zijn de early majority en late majority de belangrijkste kopersgroep?

Slide 31 - Open question

In welke fase van de PLC is de winst het hoogst en is het communicatiebeleid gericht op het stimuleren van de selectieve vraag (merkenvoorkeur)?

Slide 32 - Open question

Prodent heeft de volgende gegevens verzameld over de markt: stabiel aantal concurrenten, lage winstbijdrage per eenheid product, groot aantal modellen die vaak alleen qua uiterlijk of vormgeving verschillen.

In welke fase van de PLC bevindt Prodent zich?

Slide 33 - Open question

Welke kopersgroep schaft als eerste een nieuw product aan?

Slide 34 - Open question

Welke kopersgroep is voor marketeers een heel belangrijke groep?

Slide 35 - Open question

Welke klantgroep gaat wel graag mee met de tijd en de moderne ontwikkelingen, maar wil de zekerheid dat een product precies aansluit bij zijn wensen? Het moet getest zijn en aantoonbaar goed werken.

Slide 36 - Open question

Een consument heeft reeds enige ervaring met een product. Voor de definitieve beslissing moet hij de bestaande kennis alleen nog aanvullen.

Van welk type aankoopgedrag is dan sprake?

Slide 37 - Open question

Drukkerij ColorPrint richt zich met haar werkzaamheden op zakelijke klanten. Het drukwerk wordt altijd bij de afnemers afgeleverd door een koeriersdienst die wordt ingehuurd. ColorPrint besluit nu een tweedehands bestelauto te kopen om zelf te gaan bezorgen.
Van welke koopsituatie is hier sprake?

Slide 38 - Open question

Wat beweegt er behalve goederen nog meer door de bedrijfskolom?

Slide 39 - Open question

Vul de juiste woorden in.

Een ............. is een groep bedrijven in de gehele ............... die zich met dezelfde producten bezighouden.
Een ............... wordt gevormd door bedrijven die vergelijkbare werkzaamheden verrichten op dezelfde hoogte in een .............
A
Bedrijfskolom Bedrijfstak Branche Bedrijfskolom
B
Branche Bedrijfskolom Bedrijfstak Bedrijfskolom
C
Bedrijfstak Branche Bedrijfskolom Bedrijfskolom

Slide 40 - Quiz

Hoe heet het als de bedrijfskolom langer wordt doordat er schakels worden toegevoegd?
A
differentiatie
B
integratie
C
parallellisatie
D
specialisatie

Slide 41 - Quiz

Hoe heet het als een bedrijf zijn assortiment uitbreidt met andere productgroepen?
A
differentiatie
B
integratie
C
parallellisatie
D
specialisatie

Slide 42 - Quiz

Van welke beweging in de bedrijfskolom is sprake als fabrikanten direct gaan leveren aan consumenten?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 43 - Quiz

In Eindhoven werken bloemenwinkels steeds meer samen. Hierdoor kopen zij steeds vaker rechtstreeks in bij de kwekers.

Van welke beweging in de bedrijfskolom is hier sprake?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 44 - Quiz

Een fabrikant richt zich in de bedrijfskolom op één productgroep. Hoe noem je deze strategie?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 45 - Quiz

Een bedrijf kiest ervoor om een tussenhandel in te schakelen.

Van welke beweging is hier sprake?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 46 - Quiz

Zit de lesstof er goed in?
0100

Slide 47 - Poll