This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Inhoud
1.8 Product levenscyclus
1.9 Koopgedrag
Slide 3 - Slide
Leerdoel
- Je kan de 5 fases van productlevenscyclus beschrijven en voorbeelden geven
- Je herkent 3 verschillende koopsituaties
Slide 4 - Slide
Plaats de vier marktvormen in volgorde van weinig tot geen concurrentie op de markt tot veel concurrentie op de markt.
Volkomen concurrentie
Monopolistische concurrentie
Monopolie
Oligopolie
Slide 5 - Drag question
Welke marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie
Slide 6 - Quiz
Wat zijn de kenmerken van de marktvorm monopolie?
A
1 aanbieder, homogeen product
B
Weinig aanbieders, heterogeen product
C
Veel aanbieders, heterogeen product
D
Veel aanbieders, homogeen product
Slide 7 - Quiz
De bedrijfsformule bestaat uit:
A
Waardepropositie, USP en UBR
B
Doelgroep, marktpositie en marketingmix
C
Marktvormen, marketingmix en marktaandeel
D
Doelgroep, marktaandeel en de 6 P's
Slide 8 - Quiz
Wat is geen segmentatiecriteria in de B2B markt?
A
Geografische ligging
B
Branche
C
Grootte van de klant
D
Demografisch
Slide 9 - Quiz
Wat is geen P uit de marketingmix?
A
Productbeleid
B
Promotiebeleid
C
Productiebeleid
D
Prijsbeleid
Slide 10 - Quiz
Wat is een USP?
A
Het is een uniek kenmerk wat je bedrijf onderscheid van andere bedrijven
B
Het is een uniek voorwerp wat je te koop aanbiedt
C
Een speciale aanbieding
D
Een nieuwe technische toevoeging aan een apparaat
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
In welke fase van de productlevenscyclus is de concurrentie het grootst?
A
Groeifase
B
Introductiefase
C
Neergangsfase
D
Verzadigingsfase
Slide 22 - Quiz
Het adoptieproces van producten kent een aantal kopersgroepen. Voor welke kopersgroep geldt de volgende uitspraak: Ze zijn altijd op zoek naar het nieuwste van het nieuwste. De prijs speelt geen rol.
A
Innovators
B
Early adopters
C
Early majority
D
Laggards
Slide 23 - Quiz
Zet de naam bij de juiste fase van de plc
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Fase 5
Volwassenheidsfase
Introductiefase
Verzadigingsfase
Neergangsfase
Groeifase
Slide 24 - Drag question
Er is een samenhang tussen de fase van de productlevenscyclus en de kopersgroep(en). In welke fase zijn de early adopters en early majority de belangrijkste kopersgroep?
A
Introductiefase
B
Groeifase
C
Volwassenheidsfase
D
Eindfase
Slide 25 - Quiz
Welke kopersgroep schaft als laatste een nieuw product aan?
A
Laggards
B
Innovators
C
Early adapters
D
Late majority
Slide 26 - Quiz
Wat gebeurt er in de neergangsfase van de productlevenscyclus?
A
De fabrikant introduceert een nieuw product
B
De omzet van het product stabiliseert
C
Een aantal fabrikanten verlaat de markt
D
Er wordt een nieuw product geïntroduceerd
Slide 27 - Quiz
Wat is de derde fase van de productlevenscyclus?
A
Volwassenheidsfase
B
Neergangsfase
C
Introductiefase
D
Verzadigingsfase
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Koopgedrag consument
Koopgedrag organisatie
RAG
straight rebuy
BPO
UPO
modified rebuy
new task
Slide 32 - Drag question
Wat is geen soort koopgedrag
A
Uitgebreide probleemoplossing
B
Directe probleemoplossing
C
Beperkte probleemoplossing
D
Routinematig aankoopgedrag
Slide 33 - Quiz
Welk koopgedrag heeft het langste aankoopproces?
A
New task
B
Modified rebuy
C
Straight rebuy
D
Allen even lang
Slide 34 - Quiz
Leerdoel
- Je kan de 5 fases van productlevenscyclus beschrijven en voorbeelden geven