1.1 Fictie

Fictie 1.1
  • Mobiel in telefoontas
  • Alleen laptop, boek en etui op tafel
  • Toilet: na de les
  • Vragen: steek je vinger op
  • Nog meer afspraken........
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Fictie 1.1
  • Mobiel in telefoontas
  • Alleen laptop, boek en etui op tafel
  • Toilet: na de les
  • Vragen: steek je vinger op
  • Nog meer afspraken........

Slide 1 - Slide

Fictie 1.1
  • uitleg fictie & non-fictie
  • uitleg realistische en
    niet-realistisch fictie
  • samen eerste vragen en tekst
  • zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Fictie 1.1 Fictie en non-fictie 
Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • wat het verschil tussen fictie en non-fictie is.
  • wat het verschil is tussen realistische en
    niet-realistische fictie is.

Slide 3 - Slide

Fictie 1.1 Fictie en non-fictie
Alles wat verzonnen is noemen we fictie.
Bijvoorbeeld: leesboeken, stripverhalen, films, series, toneelstukken en gedichten
.

Slide 4 - Slide

Fictie 1.1 
Fictie voorbeelden 

Slide 5 - Slide

Fictie 1.1 Fictie en non-fictie
Alles wat niet verzonnen is, noemen we non-fictie.

Bijvoorbeeld: 
Schoolboeken, nieuwsberichten, kookboeken, handleidingen, krantenberichten, een informatie boek, het journaal, een documentaire of reality-programma.

Slide 6 - Slide

Fictie 1.1 
Non-Fictie voorbeelden 

Slide 7 - Slide

Fictie 1.1
  • Mobiel weg en uit
  • Alleen boek en etui op tafel

Slide 8 - Slide

Fictie 1.1
  • Kort voorlezen plus vragen
  • huiswerk bespreken
  • Samen lezen tekst Bij Robin Thuis
  • Maken 7, 8 en 9

Slide 9 - Slide

Luister naar een stukje van het korte verhaal Domino Day
en beantwoord de vraag.

Slide 10 - Slide

Luistervragen
1. Waarom pakt de ik-persoon de sleutel met woensdag erop?
2. Wat staat er allemaal in de hal?
3. Hoe zou je het karakter van Desie omschrijven?

Slide 11 - Slide

Luistervragen - de antwoorden
1. omdat het woensdag is en ze naar huis van de Westerling willen gaan.
2. een tafeltje, staande kapstok, paraplubak met een hockystick
3. bijdehand, avontuurlijk, durfal

Slide 12 - Slide

Fictie 1.1 realistisch en niet-realistische fictie
Fictie die 'net echt echt is' noemen we realitische fictie.
Bijvoorbeeld: films of boeken over de oorlog, of over een straatbende.
Het verhaal is verzonnen, maar het zou zo gebeurd kunnen zijn.

Slide 13 - Slide

Fictie 1.1 realistisch en niet-realistische fictie
Fictie die niet waar kan zijn noemen we niet-realitische fictie.
Bijvoorbeeld: films of boeken over sprookjes of fantasy

Slide 14 - Slide

Fictie 1.1
  • bespreken huiswerk (5)
  • Samen lezen tekst Bij Robin Thuis
  • zelfstandig Maken opdracht 7, 8 en 9

Slide 15 - Slide

Luister naar een kort verhaal
en beantwoord de vraag.

Slide 16 - Slide

Luistervragen
1. Wat laat de man uit zijn handen vallen?
2. Welke namen hoor je in het verhaal?

Slide 17 - Slide

Luistervragen - de antwoorden
1. een klein zwart voorwerp
2. Gijs en Desie

Slide 18 - Slide