Procenten 3.1 t/m 3.3

Procenten
3.1  t/m 3.3 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Procenten
3.1  t/m 3.3 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

* Procenten & breuken

* Een deel uitrekenen

* Het totaal berekenen

* Procentuele stijging en daling

* Toegepast rekenen

* Aan de slag met oefeningen

Slide 2 - Slide

Het woord procent betekent:
A
deel van het geheel
B
van de 100
C
is het zelfde als een breuk
D
ik weet het niet

Slide 3 - Quiz

Hoeveel procent is 1/4?
A
20%
B
50%
C
25%
D
40%

Slide 4 - Quiz

Hoeveel procent
is elk streepje?
A
10%
B
5%
C
1%
D
50%

Slide 5 - Quiz

Hoeveel procent is 50 van 250?
A
0,2 %
B
20 %
C
1,6 %
D
160 %

Slide 6 - Quiz

Procenten en Breuken
Een procent is één honderdste deel. 100% is het totaal. Een percentage geeft een aantal procenten aan. Je kunt een percentage omrekenen naar een breuk.

Slide 7 - Slide

2
7
100

Slide 8 - Slide

Schrijf 1/8 als percentage
timer
2:00
A
10%
B
15%
C
12,5%
D
17,5%

Slide 9 - Quiz

Een deel uitrekenen
Je kunt uitrekenen welke hoeveelheid bij een percentage hoort. Je kunt dit doen door eerst uit te rekenen hoeveel 1% van het totaal is. Daarna vermenigvuldig je de uitkomst met het aantal procenten.

Om het overzichtelijk te houden kun je het beste gebruik maken van een verhoudingstabel....

100%
1%
65%
€150

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

100%
8%

Slide 12 - Slide

Een professionele wielrenploeg heeft een budget van 8.500.000 per jaar. 4% van het budget wordt uitgegeven aan het medische team van de ploeg. Hoeveel euro geeft de wielrenploeg per jaar uit aan het medische team?
timer
3:00

Slide 13 - Open question

Aan de slag!!
Stuur je printscreen naar:

t.krus@rijnijssel.nl

Slide 14 - Slide