Mavo 4 paragraaf 2.1

1 / 32

Slide 1: Slide

EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Voor we starten. Weet je het nog?

Slide 2 - Slide

Je krijgt bijles wiskunde. Als dank geef je je docent een bosje bloemen.
Hier is sprake van een ...

directe ruil

indirecte ruil

Slide 3 - Quiz

Wat is chartaal geld?

Geld op je bankrekening, plus munten en bankbiljetten.

Geld dat bestaat uit munten en bankbiljetten.

Geld op je spaarreking.

Het geld op je betaalrekening.

Slide 4 - Quiz

Welk spaarmotief heb je als je voor je rijbewijs spaart?

Slide 5 - Open question

Waar staan alleen dagelijkse uitgaven?

fitnessabonnement, broodje gezond, verzekeringspremie

bioscoopkaartje, portie frites, tijdschrift

vakantie, blikje cola, reparatie scooter

Slide 6 - Quiz

Je leent € 1000 en betaalt het in 36 maandtermijnen van € 34,75 terug. Hoeveel moet je aflossen?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

Huiswerk bespreken

Leerdoelen paragraaf 2.1

Instructie 2.1

Samen opgave 2

Aan de slag met paragraaf 2.1

Evaluatie van de leerdoelen

Afsluiten

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Hoofdstuk 2

Geld genoeg?

2.1 Hoe geef jij je geld uit?

2.2 Ga je sparen of beleggen?

2.3 Wie leent, maakt schulden

2.4 Geld moet rollen!

Slide 15 - Slide

Leerdoelen van vandaag:

Ik kan verschillende soorten uitgaven beschrijven.
Ik kan een budgetplan opstellen.
Ik kan een reservering berekenen.
Ik kan gevolgen noemen die mijn bestedingen voor anderen kunnen hebben.

Slide 16 - Slide

Waar staat het NIBUD voor?

Slide 17 - Slide

Schrijf in je schrift minstens 15 dingen waar jullie thuis de afgelopen maand geld aan uit gegeven hebben.

Slide 18 - Slide

Soorten uitgaven:

Dagelijkse uitgaven Vaste lasten Incidentele uitgaven

... ... ...

Slide 19 - Slide

Soorten uitgaven:

Dagelijkste uitgaven: alledaagse uitgaven zoals boodschappen maar ook benzine voor in de auto.

Vaste lasten: uitgaven die je op vaststaande momenten moet betalen zoals huur maar ook de autoverzekering en wegenbelasting.

Incidentele uitgaven: grote uitgaven die je niet zo vaak doet zoals een vakantie of een nieuwe bank maar ook een andere auto of een grote reparatie aan de auto.

Slide 20 - Slide

Budgetplan

Budgetplan = begroting

Dit is een overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven.

Zie ook de miljoenennota achter in het lokaal!

Slide 21 - Slide

Wat heb je liever?

€ 7,50 zakgeld per week of € 30 zakgeld per maand?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 24 - Slide

Werk de komende 15 minuten aan de opdrachten van 2.1.

timer

10:00

Slide 25 - Slide

Reserveren

Joey gaat met vier vrienden twee weken kamperen. Ze huren een tent voor 5-8 personen. Over drie maanden moet Joey betalen.

Hoeveel moet hij vanaf nu per maand reserveren?

€ 130

per week

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide