1.2 en 1.3 CH

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Startopdracht

- Leg je schoolspullen op tafel

- Leg in eigen woorden uit wat een orgaan is en wat een orgaanstelsel is

- Klaar? Lees paragraaf thema 3

Inhoud van de les

• Bespreken startopdracht
• Herhaling 3.1


• Leerdoelen en uitleg 3.2
• Aan de slag!
• Samen afsluiten

Bespreken proefwerk

• Tel je aantal punten nog eens na!
  
• Docent benoemd antwoorden
  
• Je steekt je hand op wanneer je een vraag hebt
  

Thema 3: Organen en cellen

3.1 Organen en orgaanstelsels

3.2 Cellen en weefsels

3.3 Dierlijke en plantaardige cellen

3.4 Chromosomen

3.5 Celdeling

Organen

Een aantal belangrijke organen

in je lichaam

Orgaan = deel van een organisme

dat één of meerdere taken uitvoert

Orgaanstelsels

Orgaanstelsel = een groep organen die samenwerkt aan een bepaalde taak

Drie belangrijke orgaanstelsels ->

Organen bij planten

Planten zijn ook organismen

Plant organen:

- wortels

- stengels/stam (met vaatbundels)

- bladeren (met nerven)

- bloemen

Leerdoelen 3.2 en 3.3: 

Samen lezen 3.2

Ga naar pagina 62 in je tekstboek

Regels:

- docent kies wie voorleest

- de rest is stil en leest mee

- je kunt op ieder moment 

  verder lezen

Cellen 

Kleine blaasjes waarin allerlei processen plaatsvinden om een organisme in leven te houden

Eencellig of meercellig?

Cellen - weefsels - organen - orgaanstelsels

Tussencelstof

Bevind zich tussen de cellen in

Draagt bij aan de functie van een weefsel

Plantaardige en dierlijke cellen

Opdracht

• Teken een plantaardige en een dierlijke cel, gebruik je boek
  
• Kleur eventueel de onderdelen in
• Benoem de onderdelen
  
• Benoem de functies van de onderdelen
  

Klaar? Maak de opdrachten van 3.2 en 3.3

Schoolwerk 8 januari

• Schrijf het werk in je plenda, leg deze op de hoek van je tafel
• Ga verder met de opdrachten

L: 3.2 en 3.3

LZ: 3.4

M: Alle opdrachten van paragraaf 3.2 en 3.3

in je werkboek (plusvragen overslaan)

Afsluiting

Je mag spullen rustig inpakken wanneer docent dat zegt

Check voor jezelf:

   - Je hebt een kennisoverzicht in je map

   - Je hebt je huiswerk opgeschreven (tip: omcirkel de             

      opdrachten in je werkboek)