Beweging & snelheid quiz (H12)

Zoolganger
Hoefganger
(topganger)
Teenganger
Koe
Paard
Kat
Beer
Hond
Orang Oetan
Rat
Kameel
Mens
Neushoorn
Leeuw
1 / 14
next
Slide 1: Drag question
Nask / BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Zoolganger
Hoefganger
(topganger)
Teenganger
Koe
Paard
Kat
Beer
Hond
Orang Oetan
Rat
Kameel
Mens
Neushoorn
Leeuw

Slide 1 - Drag question

Een voorwerp ligt stil op tafel
A
De nettokracht is 0 N
B
Er is geen nettokracht
C
De zwaartekracht is gelijk aan de normaalkracht
D
Het voorwerp ervaart luchtwrijving

Slide 2 - Quiz

Afstand =
A
Snelheid x tijd
B
Tijd : Snelheid
C
Snelheid : Tijd

Slide 3 - Quiz

Om een voorwerp te versnellen is een nettokracht nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

De stopafstand is
A
Reactieafstand + remweg
B
Reactieafstand + reactietijd
C
Hoe lang het duurt voor je stopt
D
De afstand tot het stopbord

Slide 5 - Quiz

Als de reactietijd groter is, wordt de stopafstand kleiner
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Een fietser rijdt met een snelheid van 18 km/h. Hij wilt remmen voor een zebrapad. Zijn reactietijd is 0,8 s. Hoe groot is zijn reactieafstand?
A
4 m
B
22,5 m
C
14,4 m
D
Het goede antwoord staat er niet tussen

Slide 7 - Quiz

Een airbag wordt binnen een seconde opgeblazen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat is de spiegelwet?
A
"Letters die je in een spiegelbeeld ziet zijn omgekeerd"
B
"Hoek van inval is gelijk aan hoek van terugkaatsing"
C
"Bolle spiegels zijn groter dan holle spiegels"
D
"Een spiegel is altijd vlak"

Slide 9 - Quiz

Wat is een dode hoek?
A
Een gezichtsveld dat je niet kunt zien
B
Een gezichtsveld dat je kunt zien

Slide 10 - Quiz

Bij een eenparige versnelde beweging is
A
de afgelegde afstand 0
B
de versnelling 0
C
de snelheid constant
D
de versnelling constant

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste eenheid voor de versnelling?
A
m
B
m/s
C
m/s²
D
N

Slide 12 - Quiz

Een automobilist moet plotseling remmen voor een overstekende kat, is dit een voorbeeld van een versnelling?
A
Ja, een negatieve versnelling
B
Ja, een positieve versnelling
C
Nee, dit is geen versnelling

Slide 13 - Quiz

Wat voor beweging is in de grafiek te zien?
A
Een rechte vertraging
B
Een rechte versnelling
C
Een eenparige versnelling
D
Een eenparige vertraging

Slide 14 - Quiz