This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Snelheid en beweging
Slide 2 - Slide
De eenheid van versnelling is...
A
N
B
m/s
C
kg
D
m/s²
Slide 3 - Quiz
Wat is de versnelling van deze beweging?
A
45 m/s^2
B
10 m/s^2
C
11 m/s^2
D
22 m/s^2
Slide 4 - Quiz
Wat is de eindsnelheid bij de beweging in deze grafiek?
A
1,5 m/s
B
3,0 m/s
C
4,5 m/s
D
0,5 m/s
Slide 5 - Quiz
Kijk naar de grafiek hiernaast, wat voor soort beweging is dit?
A
Eenparige beweging
B
Eenparig vertraagde beweging
C
Versnelde beweging
D
Eenparig versnelde beweging
Slide 6 - Quiz
Kijk naar de grafiek hiernaast. Welke soort beweging vindt hier plaats?
A
Versnelde beweging
B
Vertraagde beweging
C
Eenparig versnelde beweging
D
Eenparig vertraagde beweging
Slide 7 - Quiz
Wat is de afgelegde afstand in deze beweging?
A
150 meter
B
25 meter
C
300 meter
D
100 meter
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Stopafstand
- Reactietijd
- Remweg
Slide 10 - Slide
Reactietijd
Gebruik de website hiernaast om jouw reactietijd te berekenen, hoeveel seconden zou jij op z'n minst nodig hebben om op een voorbijganger te reageren?
Slide 11 - Slide
Opdracht: werk uit in je schrift
Je rijdt in een auto die 30 m/s gaat, en ziet ineens een kat op de weg. Je drukt zodra je hem ziet zo snel mogelijk op de rem, maar je hebt al 7.5 meter afgelegd voordat je gaat remmen. Wat was je reactietijd?
Slide 12 - Slide
Remafstand
-Wat moeten we gebruiken om de remafstand te berekenen?
Slide 13 - Slide
Welke factoren kunnen de stopafstand langer maken?
Slide 14 - Open question
Stopafstand en veiligheid
Slide 15 - Slide
Aantekening
Pak je schrift en pen erbij
Schrijf op een nieuwe bladzijde; Aantekening
Schrijf mee
Slide 16 - Slide
Zelfstandige opdracht
- We delen in 2 groepen; had je 4 of minder antwoorden goed? Dan maak je het oefenblad versnelling en vertraging
- Had je 5 of 6 vragen goed? Dan maak je het werkblad "Remweg op je rijexamen"
- Je maakt deze werkbladen voor jezelf,
en hebt hier 10 minuten voor
timer
10:00
Slide 17 - Slide
Zelfstandig werken
Maak opdracht 28, 29 & 30 in je werkboek
Overleg mag met fluisterstem: alleen met je buurman/buurvrouw