Les 3 poëzie klankkenmerken

Welkom
Welkom!
De les van vandaag gaat over: 
- Klankkenmerken 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Welkom!
De les van vandaag gaat over: 
- Klankkenmerken 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen: 

Leerdoelen: 


Aan het eind van de les ken je de belangrijkste begrippen rondom klankkenmerken (rijm) en kun je verschillende klankkenmerken uit gedichten halen.  

Slide 2 - Slide

Rijm: overeenkomst in klanken van woorden of beklemtoonde lettergrepen. 

Naar klank: 
Volrijm:
hele woord rijmt 
* Man / pan - lopen / slopen - hinderen / kinderen
 
Assonantie: klinkerrijm 
* Kleven / gele / benen - hoge / bomen 

Alliteratie: medeklinkerrijm 
* De knappe kapper kapt knap


Slide 3 - Slide

Van welke soort rijm is hier sprake?

Februari is een feestmaand in Frankrijk.
A
volrijm
B
alliteratie
C
assonantie
D
er is geen rijm

Slide 4 - Quiz

Binnen de volrijm onderscheiden we nog rijm naar het aantal lettergrepen: 

Mannelijk/staand rijm: man - pan / stom - dom 

Vrouwelijk/slepend rijm: leven - geven / hopen - dopen 

Glijdend rijm/onzijdig: hinderen - kinderen / krabbelen - babbelen 


Slide 5 - Slide

Van welke soort rijm naar lettergreep is er sprake?
lopen - kopen
A
mannelijk rijm
B
vrouwelijk rijm
C
glijdend rijm

Slide 6 - Quiz

Van welke soort rijm naar lettergreep is er sprake?
spartelen - martelen
A
mannelijk rijm
B
vrouwelijk rijm
C
glijdend rijm

Slide 7 - Quiz

Rijm naar plaats in de versregel: 

- Eindrijm: volrijm einde versregel 

- Voorrijm: volrijm aan het begin van de versregels

- Binnenrijm: volrijm van woorden binnen een en dezelfde regel

- Middenrijm:  volrijm van woorden, midden in de versregel en op dezelfde positie in de volgende regel 


Slide 8 - Slide

Eindrijm: volrijm einde versregel 

Vandaag ga ik weg met mijn boot 
al is het meer een stuk schroot 
Ik hoop dat mijn reis mag baten 
en ik mijn zorgen achter kan laten 

Voorrijm: volrijm aan het begin van de versregels

Bleef jij maar bij mij 
Leef jij nog voor mij
Hou van jou 
Trouw met jou 

Slide 9 - Slide

- Binnenrijm: volrijm van woorden binnen een en dezelfde regel

Ik hou van jou en blijf je trouw
Maar ik verander en neem toch een ander 

- Middenrijm:  volrijm van woorden, midden in de versregel en op dezelfde positie in de volgende regel 

Ik beef en ik ril van de kou 
ik ren en ik gil van de hitte 


Slide 10 - Slide

Van welke rijm is er sprake:
Ik vind slaan een domme keuze
Ik moet gaan door dit besluit
A
Eindrijm
B
Voorrijm
C
Binnenrijm
D
Middenrijm

Slide 11 - Quiz

Rijmschema`s: 

Gepaard rijm: aabb

Gekruist rijm: abab 

Omarmend rijm: abba 


Slide 12 - Slide

Gepaard rijm: aabb

Ik kies voor jou (A) 
dus blijf ik je trouw (A) 
Ik ben je grootste fan (B) 
dat is waarom ik bij je ben (B) 

Ik wil je nog steeds graag zien (C) 
Je krijgt van mij een dikke tien (C) 


Slide 13 - Slide

Gekruist rijm: abab

Ik kies voor jou (A) 
Ik ben je grootste fan (B) 
Dus blijf ik je trouw (A) 
Dat is waarom ik bij je ben (B) 

Ik wil je nog steeds graag zien (C) 
Het liefst elke dag (D) 
Je krijgt van mij een dikke tien (C)  


Slide 14 - Slide

Omarmend rijm: abba
Ik kies voor jou (A) 
Ik ben je grootste fan (B)  
Dat is waarom ik bij je ben (B) 
Dus blijf ik je trouw (A)

Ik wil je nog steeds graag zien (C) 
Het liefst elke dag (D) 
Dan zie ik je mooie lach (D) 
Je krijgt van mij een dikke tien (C)  


Slide 15 - Slide

Geef het rijmschema:
Geenszins stiefmoederlijk bedeeld
Was zij beeldschoon, zonder gebreken;
Met wie ze ook werd vergeleken,
Ze had het schoonste spiegelbeeld.
A
AABB
B
ABAB
C
ABBA
D
Er zit geen rijmschema in

Slide 16 - Quiz

Metrum
- Maat van het gedicht > accenten 

- Variatie in beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen. 
> Regelmatige afwisseling > vast metrum (limerick bijv.)



Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Kijken naar opdracht 11 uit het boekje: 
a. Rijmschema van het gedicht geven (eerste strofe al gedaan) 

b. Er wordt met de drie onderstreepte woorden gespeeld. Kun je uitleggen op welke manier? 

c. Op welke manier verschilt dit gedicht van het werkelijke sprookje? 


Slide 19 - Slide





Opdracht 12 samen maken 


Slide 20 - Slide

Opdracht 13: bedenk of zoek drie reclameslogans die werken met alliteratie

Slide 21 - Open question

Vragenrondje
wat is jou nog niet duidelijk?

Slide 22 - Slide

Huiswerk deze week: 

Boekje poëzie: maken opdracht 14 en 15. 

Reader literatuur: werken aan je eigen tijdvak. 
Tijdvak middeleeuwen moet volgende week af!    
    





Slide 23 - Slide

Hoe goed heb je de stof van deze les begrepen?
A
Ik snap het helemaal
B
Ik snap het goed
C
Ik snap het een beetje
D
Ik snap het niet

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video