Voegwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Kennismaken

Welkom M2B

Leg je boek, pen en papier op tafel. 

Vandaag:

- overzicht periode 4

- H.62 Voegwoorden

Je leert hoe je voegwoorden herkent en gebruikt. 

- Numo

Periode 4

Grammatica: 62

Schrijfvaardigheid: 65, 66,  78, 79, 80. 

Spelling: 68, 

Leesvaardigheid: 72

Boekopdracht

Numo

Voegwoorden (blz. 128):

- woordsoort

- voegen twee zinnen samen

- zijn vaak een signaalwoord (geven het verband aan)

Ik heb de bus gemist, dus ik moet lopen. 

Omdat ik de bus gemist heb, moet ik lopen. 

Ik denk dat ze gaat winnen, want ze heeft hard getraind.

1. opsomming
2. tegenstelling
3. gevolg
4. reden

Ik fietste heel snel, maar ik kwam toch te laat.

1. opsomming
2. tegenstelling
3. gevolg
4. reden

Ze heeft zich goed voorbereid, dus ze is er helemaal klaar voor.

1. tijd
2. tegenstelling
3. gevolg
4. reden

Hij kwam pas aan, nadat ik al weg was.

1. tijd
2. voorwaarde
3. gevolg
4. reden

Als ik nu vertrek, ben ik op tijd.

1. tijd
2. voorwaarde
3. gevolg
4. reden

Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 

Maak opdracht 3 t/m 6 (blz. 129). 

We bespreken de antwoorden in de les.

Maak de taak 'Voegwoorden' in Numo. 

Werk in stilte. 

Deze taak is huiswerk voor maandag.