Elektriciteit

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Elektriciteit

Wat stroomt er door de koperdraden in een stroomkring

1. Elektronen
2. Water
3. Gas
4. Protonen

Welk van de onderstaande Spanningsbronnen is een chemische spanningsbron

1. Dynamo
2. Accu
3. Zonnecellen
4. Generator

Op hoeveel manieren kan de stroom rondlopen in een serieschakeling?

1. 4
2. 3
3. 2
4. 1

Welke deeltjes bewegen bij elektrische stroom?

1. Elektronen
2. Cellen
3. Moleculen
4. Atomen

Zet de volgende apparaten op volgorde:
van laag vermogen naar hoog vermogen.

1. 1) Boormachine 2) Tv-toestel 3) Polshorloge 4) Wasdroger
2. 1) Wasdroger 2) Polshorloge 3) Boormachine 4) Tv-toestel
3. 1) Polshorloge 2) Boormachine 3) Tv-toestel 4) Wasdroger
4. 1) Tv-toestel 2) Wasdroger 3) Boormachine 4) Polshorloge

Welke stof is geen isolator?

1. Rubber
2. Kunststof
3. Slaolie
4. Koolstof

Hoe noemen we alle stoffen die de stroom slecht geleiden?

1. Plastic
2. Geleiders
3. Isolatoren
4. Metalen

Welke eigenschap hoort niet bij een serieschakeling?

1. Een schakeling zonder vertakkingen
2. Met eenschakelaar kun je alle lampjes tegelijk aan en uit doen.
3. De stroomsterkte is altijd overal even groot.
4. Er zijn twee of meer stroomkringen.

Wat is een andere naam voor een voltmeter?

1. Thermometer
2. Spanningsmeter
3. Stroommeter
4. Ampèremeter

Wat is de eenheid voor spanning?

1. Volt
2. Centimeter
3. Gram
4. Ampere

Wat is de eenheid voor stroomsterkte?

1. Meter
2. Volt
3. Ampere
4. Kilo

Hoe noemen we de energie die in een batterij zit?

1. Elektrische energie
2. Zonne energie
3. Bewegingsenergie
4. Chemische energie

Tom: bij een parallelschakeling kun je de lampjes apart aan en uit doen.
Toos: bij een serieschakeling kun je lampjes apart aan en uit doe
Wie heeft gelijk?

1. Geen van beide.
2. Alleen Tom
3. Alleen Toos
4. Tom en Toos hebben allebij gelijk

Waarin meet je het vermogen?

1. Ampère
2. Volt
3. Watt
4. Uren

Hoe sluit je een stroommeter aan?

1. In serie
2. Parallel

Energie = vermogen x tijd. Een wasmachine van 1000W staat 1uur en 30min aan. Bereken het energieverbruik in kWh.

1. Energie = 1000 : 1.5 = 666.7 kWh
2. Energie = 1000 x 1.5 = 1500 kWh
3. Energie = 1 x 1.5 = 1.5 kWh
4. Energie = 1 x 1.30 = 1.3 kWh