Woorden3-2

Goedemorgen!
  • Telefoon in de bak
  • Jas op de gang
  • Boek, laptop en pen op tafel

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Goedemorgen!
  • Telefoon in de bak
  • Jas op de gang
  • Boek, laptop en pen op tafel

Slide 1 - Slide

Lezen 
timer
8:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen? 

  • Lesdoel  Woordenschat Hoofdstuk 3 
  • Woordenschat H3 theorie en opdrachten
  • Evaluatie les
  • Afsluiten

Slide 3 - Slide

Voorvoegsel

Er zijn woorden met een stukje ervóór, 
dat is een voorvoegsel.

Dus:
onaardig betekent niet aardig
Bijvoorbeeld: het stukje on- betekent niet.

Slide 4 - Slide

Nakijken opdrachten Woordenschat
Opdracht 1
1 verkeerd gedraagt
2 niet verstandig
3 opnieuw bouwen
4 zonder te stoppen
5 slechte smaak
6 buurman van vroeger, vroegere buurman
7 wedstrijd tussen twee landen

Slide 5 - Slide

Nakijken opdrachten Woordenschat
Lezen tekst 1 - bladzijde 106 
Opdracht 2
1 keuzes = dingen die je kiest
besteed = gebruik voor
bewust = als je heel goed weet dat je het doet/met opzet
in de gaten hebt = merkt
producten = dingen die gemaakt zijn
2 Je geeft geld uit zonder dat je het merkt.
3 abonnement + geld

Slide 6 - Slide

Nakijken opdrachten Woordenschat
Opdracht 2
4 Abonnementsgeld is geld dat je betaalt voor een abonnement (voor bijvoorbeeld een tijdschrift of je telefoon)
5 uitgaven die niet moeten, die je voor je plezier doet, die je voor leuke dingen doet (uitgaven die mogen)
6 een verkeerde koop


Slide 7 - Slide

Nakijken opdrachten H3
Nakijken met antwoordblad. 
Als je klaar bent, steek je vinger op. Ik kom even bij je kijken. 

Daarna: via magister - huiswerk- Cram (zie link)
https://www.cram.com/flashcards/games/jewel/nn6-vmbo-b-2-h3-woordenschat-13331221

Klaar? Numo - Taken - Voorvoegsels

Slide 8 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 9 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 10 - Slide

Nakijken opdrachten Woordenschat
vergelijk - bekijk wat de verschillen zijn en wat hetzelfde is
inkomsten - geld dat je krijgt of verdient
uitgaven -  geld dat je uitgeeft
maximaal - hoogstens, ten hoogste
verplichte - iets) wat moet
over te halen -   iets te laten doen, zorgen dat (iemand) iets wil doen
aanbieding - iets wat goedkoper is dan normaal
contant -    in de vorm van munten en bankbiljetten

besparen minder uitgeven of gebruiken
tekort te weinig van iets
in ieder geval zeker
voorkomen zorgen dat iets niet gebeurt

Slide 11 - Slide

Nakijken opdrachten Woordenschat
helaas -   jammer genoeg
besparen - minder uitgeven of gebruiken
tekort -   te weinig van iets
in ieder geval - zeker
voorkomen  - zorgen dat iets niet gebeurt

Slide 12 - Slide