07-04-2021 H.6 Woordenschat II

Woordenschat
Telefoons in de telefoonbak!

Klaarleggen:
Je boek/laptop 
(Deze houden we gesloten)
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
Telefoons in de telefoonbak!

Klaarleggen:
Je boek/laptop 
(Deze houden we gesloten)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag  doen?
  • Uitleg over hoe je woordbetekenissen kan vinden zonder woordenboek.

  • Zelfstandig aan het werk met de opdrachten van de weekplanning.

  • De les gezamenlijk afsluiten.

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les kan ik:
  • Synoniemen vinden

  • Betekenissen vinden

  • Een voorbeeld vinden


  • Een tegenstellingen vinden


  • Samenstellingen vinden

Slide 3 - Slide

Wat hebben we geleerd in de vorige les?
  • Hoe je woordbetekenissen opzoekt in het woordenboek.


  • Hoe je de juiste betekenis van een woord kan gebruiken.

Slide 4 - Slide

Een synoniem vinden:
Soms hebben woorden dezelfde betekenis. Zulke woorden noemen we synoniemen.

Bijvoorbeeld: Niet alleen Mette is intelligent, maar ook haar broer en zus zijn heel slim.

Staat een synoniem niet in dezelfde zin, lees dan de vorige of volgende zin/alinea.

In deze fabriek produceren ze badmode. Ze maken er badjassen, bikini's, en zwembroeken.

Slide 5 - Slide

Een betekenis zoeken:
Soms weet je niet wat een woord betekent, maar kun je de betekenis in de tekst vinden.

Bijvoorbeeld: Over de beroemde zangers wordt een glossy gemaakt. Dat is een tijdschrift met glimmende pagina's en veel foto's.

Slide 6 - Slide

Een voorbeeld vinden:
Ken je de betekenis van een woord niet? Kijk dan of er in de tekst voorbeelden worden genoemd. Deze maken de betekenis van een onbekend woord vaak duidelijk.

Bijvoorbeeld: Er zijn allerlei dresscodes voor een feest, zoals gala, kleur, zomers en zwart-wit.

Slide 7 - Slide

Een tegenstelling vinden:
Tegenstellingen zijn woorden die elkaars tegenovergestelde zijn. Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms vinden doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat.

Nieuwe games zijn vaak prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop.

Aan de woorden maar, echter, toch, daarentegen kun je zien dat er een tegenstelling wordt genoemd.

Slide 8 - Slide

Een samenstelling vinden:
Woorden kunnen samengesteld zijn

uit twee woorden.

Bijvoorbeeld doelgroep. Je kent het woord doel en het woord groep.

Een doelgroep, is een groep mensen die interessant zijn voor 'reclamemakers'.


Slide 9 - Slide

Dit zijn voor- achtervoegsels
Een voorvoegsel of achtervoegsel plaats je voor/achter een woord, waardoor de betekenis van dat woord verandert.



Onverkoopbaar - is niet verkoopbaar
Hergebruiken - Opnieuw gebruiken

Smakeloos - zonder smaak
Smaakvol - met veel smaak

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide


Aan de slag met:
  • H6 woordenschat: alle opdrachten

Hoe? Online of met pen, papier en boek.

Wifi-wachtwoord:
penta34dnc

Wat te doen als je klaar bent:
  • H5 Lezen
  • Een tekst sturen aan mevr. Rosink
  • Hoofdstuk 6 woordenschat/woordenlijst

Muziek? Vandaag gaan we aan het werk zonder muziek.

Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Steek je vinger op, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We zijn stil aan het werk. Steek je vinger op als je vragen hebt.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
20:00

Slide 12 - Slide

Ik weet na vandaag hoe ik:
  • Synoniemen vind

  • Betekenissen vind

  • Een voorbeeld vind

  • Een tegenstellingen kan vinden


  • Samenstellingen kan vinden



Slide 13 - Slide

In de volgende les:
Gaan we aan de slag met de woordenlijst van Hoofdstuk 6 woordenlijst. 

Spelen we een quiz.

Belangrijk: Neem je laptop mee! (met volle accu) 

Slide 14 - Slide