Game maken

1 / 41
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Ruimtesuggestie

Slide 18 - Slide

Overlapping
Een object staat voor een ander object. Je weet daardoor dat het object dat overlapt wordt verder naar achter staat.

Slide 19 - Slide

Afsnijding
Een gedeelte van de voorstelling wordt afgesneden door het kader. Hierdoor lijkt het tafereel buiten het schilderij door te lopen, en creeër je diepte in je werk.

Slide 20 - Slide

Verkleining
Door grote voorwerpen op de voorgrond te tekenen en kleine voorwerpen op de achtergrond krijg je diepte in je werk.
De grote voorwerpen zijn vaak scherper en de kleine wat vager. 

Slide 21 - Slide

Atmosferisch perspectief

De kleuren worden naar de achtergrond toe vager. In sommige werken worden ze ook blauwer of groener van kleur.


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Plans
De ruimte wordt in lagen opgedeeld. De schilder maakt gebruik van een voorplan en een achterplan, soms een middenplan. Elk plan heeft een eigen sfeer, lichtheid en stijl van vormgeving.


Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Coulissewerking
Aan de zijkanten van een tekening of schilderij zijn vormen geplaatst waar je langs kijkt naar achteren toe.
Zoals de coulissen aan de zijkanten van een toneel, of zoals de werking van een kijkdoos. 


Slide 26 - Slide

Stapeling
De objecten worden in lagen boven elkaar 'gestapeld'. De objecten die laag staan 'lijken' zo dichtbij en de objecten die hoog in de afbeelding staan 'lijken' ver weg. 

Slide 27 - Slide

Doorkijkje
Je kijkt als toeschouwer door bijvoorbeeld een raam of deur naar binnen of buiten.
Het tafereel wordt hierdoor gedeeltelijk overlapt door bijvoorbeeld een muur of een raam.

 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Plans

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

  1. Maken personage, voorwerp en landschap.
  2. Maak 3 ontwerpjes van landschap en voorwerp met HB potlood.
  3. Landschap uit papier maken

Stappenplan

Slide 32 - Slide


Slide 33 - Open question

0

Slide 34 - Video

Wat is een horizon?
A
Een zon die onder gaat.
B
Een lijn van boven naar beneden.
C
Een soort regenboog.
D
Een denkbeeldige lijn tussen de lucht en grond/water.

Slide 35 - Quiz

Wat heeft:
minder felle kleuren, minder details, overlapping en gebeurt in het midden van de tekening?
A
achterplan
B
voorplan
C
geen plan
D
middenplan

Slide 36 - Quiz

Wat betekent het begrip overlappen?
Tekst
A
Je vertelt iets door.
B
Je veel lapjes.
C
Plaatjes of voorwerpen liggen naast elkaar.
D
Plaatjes of voorwerpen liggen voor of achter elkaar

Slide 37 - Quiz

Wat is:
groot, heeft duidelijke kleuren
veel details, afsnijding?
A
voorplan
B
achterplan
C
middenplan
D
laagplan

Slide 38 - Quiz

Wat is:
groot, heeft duidelijke kleuren
veel details, afsnijding?
A
voorplan
B
achterplan
C
middenplan
D
laagplan

Slide 39 - Quiz

Wat heeft:
minder felle kleuren, minder details, overlapping en gebeurt in het midden van de tekening?
A
achterplan
B
voorplan
C
geen plan
D
middenplan

Slide 40 - Quiz

Wat heeft/is:
geen details, klein, groen,blauw, grijs, op de horizon?
A
achterplan
B
middenplan
C
onderplan
D
voorplan

Slide 41 - Quiz