Hoofdstuk 4 Getallen introductie

Hoofdstuk 4 Getallen 

  • Paragraaf 1: Waarde van getallen, decimale getallen, veelvouden​
  • Paragraaf 2: Grote getallen​
  • Paragraaf 3: Afronden​
  • Paragraaf 4: Afronden in praktische situaties​
  • Paragraaf 5: Procenten​
  • Paragraaf 6: Verhoudingstabellen





1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 Getallen 

  • Paragraaf 1: Waarde van getallen, decimale getallen, veelvouden​
  • Paragraaf 2: Grote getallen​
  • Paragraaf 3: Afronden​
  • Paragraaf 4: Afronden in praktische situaties​
  • Paragraaf 5: Procenten​
  • Paragraaf 6: Verhoudingstabellen





Slide 1 - Slide

Welk getal zit in de tafel van 4?
A
2
B
24
C
18
D
38

Slide 2 - Quiz

Welk getal zit in de tafel van 9?
A
26
B
73
C
82
D
108

Slide 3 - Quiz

25
14
32
43
7

Slide 4 - Drag question

Leerdoelen
  • Je weet welke waarde een cijfer heeft
  • Je kunt decimale getallen op volgorde zetten

Slide 5 - Slide

7342

Wat betekent de 3 in dit getal?
A
3
B
30
C
300
D
3000

Slide 6 - Quiz

5432

Wat betekent de 3 in dit getal?
A
3
B
30
C
300
D
3000

Slide 7 - Quiz

23549

Wat betekent de 3 in dit getal?
A
3
B
30
C
300
D
3000

Slide 8 - Quiz

Betekenis van een getal
De plaats van een getal bepaalt de waarde

Slide 9 - Slide

De 3 in...

8743

4935

7326

3591
Betekent dus

3

30

300

3000

Slide 10 - Slide

Ik snap de waarde van een getal
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Maar hoe zit dat dan bij decimale getallen?

Slide 12 - Slide

Wat is een decimaal getal?

Slide 13 - Open question

Geheel getal

Getal zonder komma



Decimaal getal

Getal met een komma

Slide 14 - Slide

Hoeveel betekent de 3 in

8456,34
A
30
B
3
C
0,3
D
0,03

Slide 15 - Quiz

Hoeveel betekent de 3 in

495,43
A
30
B
3
C
0,3
D
0,03

Slide 16 - Quiz

Hoeveel betekent de 3 in

763,89
A
30
B
3
C
0,3
D
0,03

Slide 17 - Quiz

Ik snap de waarde in decimale getallen!
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Aan de slag!
Maak de opdrachten van de voorkennis
Maak van paragraaf 4.1 opdracht 2, 3, 5

Klaar? Maak opdracht 8
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Zet de getallen op volgorde van klein naar groot
4,6
4,65
4,7
4,06
4,57

Slide 20 - Drag question

Hoe doe je dat?
  • Zoek de komma
  • Kijk naar het kleinste getal voor de komma (eerste)
  • Kijk naar eerste getal na de komma
  • Kijk naar het tweede getal naar de komma

Slide 21 - Slide