Leerdoelen:
Ik kan de productiefactoren opnoemen
Ik kan de beloning voor elke productiefactor opnoemen.
Ik ken het verschil tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief.
Ik ken het verschil tussen mechanisatie en automatisering.
Ik weet wat afschrijving is.
Ik kan de afschrijvingskosten berekenen.