Oefenen met Chili

H3 oefenen met Chili
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

H3 oefenen met Chili

Slide 1 - Slide

Welke plaatbeweging is te zien op de afbeelding.
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Transform
D
subductie

Slide 2 - Quiz

Bij welke plaatbeweging ontstaan geen vulkanen?
A
Subductie
B
Transform
C
Divergentie

Slide 3 - Quiz

Als een oceanische plaat onder een continentale schuift, noemen we dat...
A
Divergentie
B
convergentie
C
subductie
D
transform

Slide 4 - Quiz

Welke kenmerken horen bij schildvulkanen?
A
Dikke magma, groot oppervlak, flauwe helling, divergentie, hotspot
B
Dunne magma, groot oppervlak, flauwe hellingen, subductie, hotspot
C
Dikke magma, steile helling, klein oppervlak, subductie, explosieve uitbarsting
D
Dunne magma, groot oppervlak, divergentie, hotspot, rustige uitbarsting

Slide 5 - Quiz

Welke natuurverschijnselen doen zich voor bij convergentie?
(landplaat tegen landplaat)

A
Een aardbeving en een vulkaan
B
een aardbeving, vulkaan en gebergtevorming
C
Een aardbeving, gebergtevorming en een trog
D
Een aardbeving en gebergtevorming

Slide 6 - Quiz

Een aardbeving ontstaat in het.....
A
Epicentrum
B
Hypocentrum

Slide 7 - Quiz

Op de afbeelding zie je een...
A
tsunami
B
mantelpluim
C
pyroclastische stroom
D
convectiestroom

Slide 8 - Quiz

Wat is een seismisch gat?
A
Een plaats voor seismische apparatuur
B
Een soort vulkaan
C
Een gebied met weinig aardbevingen
D
Een gat in de aarde

Slide 9 - Quiz

Waar komen effusieve uitbarstingen vaak voor?
A
Bij stratovulkanen
B
In gletsjergebieden
C
In aardbevingsgebieden
D
Op schildvulkanen

Slide 10 - Quiz

Wat is er bijzonder aan de Humboldstroom?
A
Dit is een koude zeestroom en die zorgt voor minder verdamping en dus minder neerslag.
B
Dit is een koude zeestroom en die zorgt voor meer verdamping en dus meer neerslag.
C
Dit is een warme zeestroom, die voor minder verdamping zorgt en dus ook minder neerslag.
D
Dit is een warme zeestroom die voor meer verdamping zorgt en dus ook meer neerslag.

Slide 11 - Quiz

Welk klimaat vind je niet in Chili?
A
Hooggebergteklimaat
B
Zeeklimaat
C
Landklimaat
D
Steppeklimaat

Slide 12 - Quiz

Van welk gebied in Chili is deze klimaatgrafiek?
A
Punta Arenas (Ligt helemaal in het zuiden van Chili)
B
Santiago (De Hoofdstad, ligt in het midden van dit langgerekte land)
C
Iquique (Ligt in het noorden van Chili)
D
Atacama (De woestijn van Chili)

Slide 13 - Quiz

Waar vindt je droge klimaten in Chili?
A
In het noorden
B
In het midden
C
In het zuiden
D
In het hooggebergte

Slide 14 - Quiz

De verstedelijkingsgraad in Chili is...
A
60%
B
70%
C
80%
D
90%

Slide 15 - Quiz

Om in Chili een stabiele economie te hebben:
A
wordt er nog steeds aan importsubstitutie gedaan
B
wordt de afzetmarkt verkleint
C
probeert de overheid het geboortecijfer te laten stijgen
D
wordt diversificatie toegepast

Slide 16 - Quiz

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

20% van de export van Chili bestaat uit...
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

Wat is GEEN klimaatfactor?

A
breedteligging
B
hoogteligging
C
natuurlijke plantengroei (vegetatie)
D
invloed van zee- en luchtstromen

Slide 19 - Quiz

Heeft het zuiden van Chili loefzijde?
A
Ja, het zuiden heeft loefzijde.
B
Ja, maar alleen in het noorden.
C
Loefzijde is een term voor bergen.
D
Nee, het zuiden heeft geen loefzijde.

Slide 20 - Quiz